Перевод: с английского на все языки

со всех языков на английский

have worked

Толкование Перевод

1 have worked enough

наработаться

Новый англо-русский словарь > have worked enough
2 have worked long enough

натрудиться

Новый англо-русский словарь > have worked long enough
3 I have worked

I have worked

ik heb gewerkt

English-Dutch dictionary > I have worked
4 these shoes have worked loose

[dhi:z shu:z hev wë:k lu:z] këpucët janë zgjeruar/hapur shumë

English-Albanian dictionary > these shoes have worked loose
5 have

n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft
--------
v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzaken

have¹

[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉

♦voorbeelden:

¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters

————————

have²

, 〈in betekenis II 1-3, 5, 6, 9, 11, 13, 16, en 17 informeel ook〉 have got 〈 had, had〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

♦voorbeelden:

¶ have at someone • iemand aanvallen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉

2 hebben 〈 als onderdeel〉 ⇒ bevatten, bestaan uit

3 krijgen ⇒ ontvangen

4 nemen ⇒ pakken, gebruiken 〈 eten, drinken e.d.〉

5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan

6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten

7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉

8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden

9 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs met to〉 hebben te

10 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 laten ⇒ doen, opdracht geven te

11 〈 met naamwoord en complement van het voorwerp〉 zover krijgen dat ⇒ aan het … krijgen, maken dat

12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat

13 in huis hebben ⇒ te gast hebben; 〈 bij uitbreiding〉 uitnodigen, vragen

14 krijgen 〈 kind〉

15 vrijen/slapen met

16 zorgen voor

17 〈 informeel〉 te pakken hebben 〈 letterlijk en figuurlijk〉 ⇒ het winnen van

18 〈Brits-Engels; slang〉 bedriegen ⇒ bij de neus nemen

19 〈 verouderd〉 kennen ⇒ beheersen

♦voorbeelden:

1   he's got billions • hij heeft miljarden

     you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wil

     he has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugen

     have mercy on us • heb medelijden met ons

     I've got no time • ik heb geen tijd

     you have my word • je hebt mijn woord, mijn woord erop

     I've got it • ik heb het, ik weet het (weer)

     〈 informeel〉 he has it in him (to do a thing like that) • hij is ertoe in staat (zoiets te doen)

     you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat in

     he wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)

     do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?

     have something about/on one • iets bij zich hebben

     what does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?

2   the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukken

3   this book is nowhere to be had • dit boek is nergens te krijgen

     may I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?

     he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafenis

     we've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)

     you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgen

4   have breakfast • ontbijten

     have a cigarette • een sigaret nemen/roken

5   have a headache • hoofdpijn hebben

     have a good time • het naar zijn zin hebben

     you have it badly • je hebt het lelijk te pakken

6   we have Malta on our left • Malta ligt s van ons

     let's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggen

7   have a bath • een bad nemen

     have a discussion • discussiëren, een discussie hebben

     have a try • (het) proberen

     have a walk • een wandeling maken

8   I won't have such conduct • ik duld zulk gedrag niet

     I won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegt

     I'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet over

9   I still have quite a bit of work to do • ik heb nog heel wat te doen

10 have one's hair cut • zijn haar laten knippen

     he's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doen

     have a tooth out • een tand laten trekken

11 he finally had his audience laughing • eindelijk kreeg hij zijn publiek aan het lachen

12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lieten

13 we can't have people here • we kunnen hier geen mensen ontvangen

     have someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigen

     have someone down • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van boven, uit het noorden of uit de stad〉

     we are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werk

     have someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉

14 have a child by • een kind hebben van

15 he's never had a woman • hij is nog nooit met een vrouw naar bed geweest

16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?

17 you've got me there • jij wint; geen idee, daar vraag je me wat

18 John's been had • ze hebben John beetgenomen

19 he has little Latin and less Greek • hij kent maar een beetje Latijn en nog minder Grieks

     〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennen

¶ he had it coming to him • hij kreeg zijn verdiende loon

     have it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)

     as the Bible has it • zoals het in de bijbel staat

     rumour has it that … • het gerucht gaat dat …

     have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)

     〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan geven

     have it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemand

     〈Brits-Engels; informeel〉 have it away/off (with someone) • neuken (met iemand)

     have it in for someone • de pik hebben op iemand

     have it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemand

     〈 Brits-Engels〉 have someone up (for something) • iemand voor de rechtbank brengen (wegens iets)

     have something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebben

     you have nothing on me • je kunt me niks maken

     have nothing on • niet kunnen tippen aan

     have something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op

→ have on have on/

III 〈 hulpwerkwoord〉

1 hebben ⇒ zijn

2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn

♦voorbeelden:

1   I have worked • ik heb gewerkt

     he has died • hij is gestorven

2   had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebben

     I had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergat

     I'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan

→ have got have got/, have got to have got to/, have to have to/

English-Dutch dictionary > have
6 have something coming

expr infml

I have a reward coming — Мне причитается вознаграждение

I have a contract coming — Скоро у меня в кармане будет контракт

He broke a window, so he has a spanking coming — Он разбил окно, поэтому ему надерут задницу

You've got a holiday coming to you because you have worked so hard — Вам будет предоставлен отпуск за вашу добросовестную работу

He's got a nasty shock coming to him when he gets home — Дома его ожидает неприятный сюрприз

He has a life sentence coming to him — Ему светит пожизненное заключение

The new dictionary of modern spoken language > have something coming
7 have

have [hæv]

verbe auxiliaire ⇒ 1 avoir ⇒ 1, 2A (a)-(c), 2B (b)-(e), 2C (a), 2C (b), 2F (a), 2F (d), 2F (h), 2F (i) être ⇒ 1 posséder ⇒ 2A (a) disposer de ⇒ 2A (b) prendre ⇒ 2B (c) passer ⇒ 2B (d) recevoir ⇒ 2C (a), 2C (b) vouloir ⇒ 2C (c), 2F (f) tenir ⇒ 2D (a) faire faire ⇒ 2E (b), 2E (c) placer ⇒ 2F (b) devoir ⇒ 2G (a), 2G (b) concerner ⇒ 2G (c)

ⓘ GRAM Les formes négatives, haven't et hasn't, s'écrivent have not and has not dans un style plus soutenu.

ⓘ GRAM Most French verbs will conjugate with avoir to form the perfect tense. However, all reflexive verbs and many intransitive verbs - mainly of motion - will conjugate with être.

(3rd pers sing pres has [hæz], pt & pp had [hæd])

1 auxiliary verb

(a) (used to form perfect tenses) avoir, être;

∎ to have finished avoir fini;

∎ to have left être parti;

∎ to have sat down s'être assis;

∎ to have been/had avoir été/eu;

∎ has she slept? a-t-elle dormi?;

∎ have they arrived? sont-ils arrivés?;

∎ he has been ill il a été malade;

∎ when you've calmed down quand vous vous serez calmé;

∎ I will have forgotten by next week j'aurai oublié d'ici la semaine prochaine;

∎ the children will have gone to bed by the time we arrive les enfants seront couchés quand nous arriverons;

∎ you were silly not to have accepted tu es bête de ne pas avoir accepté;

∎ after or when you have finished, you may leave quand vous aurez fini, vous pourrez partir;

∎ she was ashamed of having lied elle avait honte d'avoir menti;

∎ she felt she couldn't change her mind, having already agreed to go elle sentait qu'elle ne pouvait pas changer d'avis, étant donné qu'elle avait dit être d'accord pour y aller;

∎ I have been thinking j'ai réfléchi;

∎ he has been working here for two months il travaille ici depuis deux mois, il y a deux mois qu'il travaille ici;

∎ I have known her for three years/since childhood je la connais depuis trois ans/depuis mon enfance;

∎ I had known her for years cela faisait des années que je la connaissais, je la connaissais depuis des années;

∎ she claimed she hadn't heard the news elle a prétendu ne pas avoir entendu la nouvelle;

∎ I had already gone to bed when he arrived j'étais déjà couché quand il est arrivé;

∎ we had gone to bed early nous nous étions couchés de bonne heure;

∎ when he had given his speech, I left une fois qu'il eut terminé son discours, je partis;

∎ had I known, I wouldn't have insisted si j'avais su, je n'aurais pas insisté;

∎ if I had known, I wouldn't have said anything si j'avais su, je n'aurais rien dit;

∎ they would have been happy if it hadn't been for the war ils auraient vécu heureux si la guerre n'était pas survenue;

∎ why don't you just leave him and have done with it? pourquoi donc est-ce que vous ne le quittez pas, pour en finir?;

∎ I'd as soon not j'aimerais mieux pas;

∎ he'd rather or sooner stay at home than go out dancing il aimerait mieux rester ou il préférerait rester à la maison qu'aller danser;

∎ familiar he's had it (is in trouble) il est fichu ou foutu; (is worn out) il est à bout;

∎ familiar I've had it with all your complaining! j'en ai jusque-là de tes jérémiades!;

∎ familiar I've had it up to here with him j'en ai jusque-là de ce type-là;

∎ familiar the car has just about had it la voiture va bientôt rendre l'âme;

∎ familiar this plant has had it cette plante est fichue

(b) (elliptical uses)

∎ have you ever had the measles? - yes, I have/no, I haven't avez-vous eu la rougeole? - oui/non;

∎ she hasn't finished - yes, she has! elle n'a pas fini - (mais) si!;

∎ you've forgotten his birthday - no, I haven't! tu as oublié son anniversaire - mais non!;

∎ have you ever considered going into politics? if you have.../if you haven't… avez-vous déjà envisagé de rentrer dans la vie politique? si oui…/si non…;

∎ you've forgotten your gloves - so I have! vous avez oublié vos gants - en effet! ou tiens, c'est vrai!

(c) (in tag questions)

∎ you've read 'Hamlet', haven't you? vous avez lu 'Hamlet', n'est-ce pas?;

∎ he hasn't arrived, has he? il n'est pas arrivé, si?;

∎ so she's got a new job, has she? elle a changé de travail alors?

2 transitive verb

A.

(a) (be in possession of, own) avoir, posséder;

∎ do you have or have you got a car? avez-vous une voiture?;

∎ they have (got) a lot of friends/money ils ont beaucoup d'amis/d'argent;

∎ they don't have or they haven't got any more ils n'en ont plus;

∎ she shares everything she has (got) with them elle partage tout ce qu'elle a avec eux;

∎ he has (got) £10 left il lui reste 10 livres;

∎ we have (got) six of them left il nous en reste six;

∎ do you have or have you got any children? if you have... avez-vous des enfants? si vous en avez ou si oui...;

∎ they have (got) a 50 percent interest in the business ils ont ou détiennent 50 pour cent des intérêts dans l'affaire;

∎ I have (got) a lot of work to finish j'ai beaucoup de travail à finir;

∎ do we have or have we got any milk in the house? est-ce qu'on a du lait ou est-ce qu'il y a du lait à la maison?;

∎ she has (got) a baker's shop/bookshop elle tient une boulangerie/librairie;

∎ do you have or have you got the time? avez-vous l'heure?;

∎ he doesn't have or hasn't got a job il n'a pas de travail, il est sans travail;

∎ we have (got) a deadline to meet nous avons un délai à respecter;

∎ I've got it! ça y est, j'ai trouvé ou j'y suis!;

∎ paper, envelopes and what have you du papier, des enveloppes et je ne sais quoi encore;

∎ proverb you can't have your cake and eat it on ne peut pas avoir le beurre et l'argent du beurre;

∎ familiar give it all you have or all you've got! mets-y le paquet!

(b) (enjoy the use of) avoir, disposer de;

∎ we had a couple of hours to do our errands nous disposions de ou nous avions quelques heures pour faire nos courses;

∎ I don't have time or I haven't got time to stop for lunch je n'ai pas le temps de m'arrêter pour déjeuner;

∎ he has (got) a month to finish il a un mois pour finir;

∎ he hasn't (got) long to live il ne lui reste pas longtemps à vivre;

∎ do you have or have you (got) a minute (to spare)? tu as une minute?;

∎ she had the house to herself elle avait la maison pour elle toute seule;

∎ such questions have an important place in our lives ce genre de questions occupe une place importante dans notre vie;

∎ he has (got) nothing to do/to read il n'a rien à faire/à lire

(c) (possess as quality or attribute) avoir;

∎ she has (got) red hair elle a les cheveux roux, elle est rousse;

∎ you have (got) beautiful eyes tu as de beaux yeux;

∎ the ticket has (got) a name on it il y a un nom sur le billet;

∎ to have good taste avoir bon goût;

∎ to have a bad temper avoir mauvais caractère;

∎ she has (got) a reputation for being difficult elle a la réputation d'être difficile;

∎ the house has (got) a beautiful view of the mountains de la maison, on a une belle vue sur les montagnes;

∎ she has (got) what it takes or she has it in her to succeed elle a ce qu'il faut pour réussir;

∎ you've never had it so good! vous n'avez jamais eu la vie si belle!;

∎ familiar he really has it bad for Emma il a complètement craqué pour Emma

(d) (possess knowledge or understanding of)

∎ do you have or have you got any experience of teaching? avez-vous déjà enseigné?;

∎ she has (got) a clear sense of what matters elle sait très bien ce qui est important;

∎ he has some Greek and Latin il connaît un peu le grec et le latin;

∎ I have a little Spanish je parle un peu espagnol

B.

(a) (indicating experience of a specified situation)

∎ to have a dream/nightmare faire un rêve/cauchemar;

∎ I have no regrets je n'ai aucun regret ou pas de regrets;

∎ I didn't have any trouble in finding it je n'ai eu aucune peine à le trouver;

∎ we have (got) nothing or we don't have anything against dogs on n'a rien contre les chiens;

∎ I've had my appendix out je me suis fait opérer de l'appendicite;

∎ he had all his money stolen il s'est fait voler ou on lui a volé tout son argent;

∎ I love having my back rubbed j'adore qu'on me frotte le dos;

∎ they had some strange things happen to them il leur est arrivé de drôles de choses

(b) (be infected with, suffer from) avoir;

∎ to have a cold avoir un rhume, être enrhumé;

∎ do you have or have you got a headache? avez-vous mal à la tête?;

∎ he has (got) problems with his back il a des problèmes de dos

(c) (perform, take part in → bath, lesson) prendre; (→ meeting) avoir;

∎ we had our first argument last night nous nous sommes disputés hier soir pour la première fois;

∎ to have a stroll se promener, faire un tour;

∎ I want to have a think about it je veux y réfléchir;

∎ to have a party (organize) organiser une fête; (celebrate) faire la fête;

∎ I'll have no part in it je refuse de m'en mêler

(d) (pass, spend) passer, avoir;

∎ I had a horrible day at work j'ai passé une journée atroce au travail;

∎ have a nice day! bonne journée!;

∎ to have a good time s'amuser;

∎ did you have a good time? c'était bien?, tu t'es bien amusé?;

∎ a good time was had by all tout le monde s'est bien amusé;

∎ she's had a hard time of it lately elle vient de traverser une mauvaise passe

(e) (exhibit, show) avoir, montrer;

∎ have mercy on us! ayez pitié de nous!;

∎ he had the nerve to refuse il a eu le culot de refuser;

∎ he didn't even have the decency to apologize il n'a même pas eu la décence de s'excuser

C.

(a) (obtain, receive) avoir, recevoir;

∎ I'd like him to have this picture j'aimerais lui donner cette photo;

∎ I'd like to have your advice on something j'aimerais que vous me donniez un conseil à propos de quelque chose;

∎ we had a phone call from the mayor nous avons reçu ou eu un coup de fil du maire;

∎ they've still had no news of the lost plane ils n'ont toujours pas de nouvelles de l'avion (qui a) disparu;

∎ I have it on good authority je le tiens de bonne source;

∎ I must have your answer by tomorrow il me faut votre réponse pour demain;

∎ let me have your answer by next week donnez-moi votre réponse avant la semaine prochaine;

∎ let me have your keys donne-moi tes clefs;

∎ let me have the book back when you've finished rends-moi le livre quand tu auras fini;

∎ she let them have the wardrobe for £300 elle leur a laissé ou cédé l'armoire pour 300 livres;

∎ there are plenty of flats to be had il y a plein d'appartements;

∎ familiar I let him have it (attacked him) je lui ai réglé son compte; (told him off) je lui ai passé un savon;

∎ familiar you had it coming! tu ne l'as pas volé!

(b) (invite) recevoir, avoir;

∎ she's having some people (over) for or to dinner elle reçoit ou elle a du monde à dîner;

∎ let's have him round for a drink et si on l'invitait à prendre un pot?;

∎ did you have any visitors? avez-vous eu de la visite?;

∎ after the movie we had them back for coffee après le cinéma, nous les avons invités à venir prendre le café chez nous

(c) (accept, take) vouloir;

∎ he'd like to marry but nobody will have him! il aimerait se marier mais personne ne veut de lui!;

∎ do what you want, I'm having nothing more to do with your schemes fais ce que tu veux, je ne veux plus être mêlé à tes combines

D.

(a) (clutch) tenir;

∎ to have sb in one's power avoir qn en son pouvoir;

∎ the teacher had (got) him by the arm/the ear le maître le tenait par le bras/l'oreille;

∎ he had (got) his assailant by the throat il tenait son agresseur à la gorge

(b) figurative (gain control or advantage over)

∎ you have me there! là vous me tenez!;

∎ I have (got) you right where I want you now! je vous tiens!;

∎ Sport the Bears have it! les Bears ont gagné!

(c) (bewilder, perplex)

∎ who won? - you've got me there qui a gagné? - là, tu me poses une colle

E.

(a) (cause to be)

∎ the news had me worried la nouvelle m'a inquiété;

∎ I'll have this light fixed in a minute j'en ai pour une minute à réparer cette lampe;

∎ we'll have everything ready tout sera prêt

(b) (with past participle) (cause to be done) to have sth done faire faire qch;

∎ I had my hair cut je me suis fait couper les cheveux;

∎ we must have the curtains cleaned nous devons faire nettoyer les rideaux ou donner les rideaux à nettoyer;

∎ three houses had their windows shattered trois maisons ont eu leurs fenêtres brisées;

∎ she had coffee brought up to the room elle a fait monter du café dans la chambre;

∎ I had my watch stolen je me suis fait voler ma montre

(c) (with infinitive) (cause to do) to have sb do sth faire faire qch à qn;

∎ she had him invite all the neighbours round elle lui a fait inviter tous les voisins;

∎ have them come in faites-les entrer;

∎ the boss had him up to his office le patron l'a convoqué dans son bureau;

∎ he soon had them all laughing il eut tôt fait de les faire tous rire;

∎ I had the children go to bed early j'ai couché les enfants de bonne heure;

∎ as he would have us believe comme il voudrait nous le faire croire

F.

(a) (consume → food, meal) avoir, prendre;

∎ we were having lunch nous étions en train de déjeuner;

∎ we're having dinner out tonight nous sortons dîner ce soir;

∎ to have breakfast in bed prendre le petit déjeuner au lit;

∎ would you like to have coffee? voulez-vous (prendre) un café?;

∎ do you have coffee or tea in the morning? prenez-vous du café ou du thé le matin?;

∎ I had tea with her j'ai pris le thé avec elle;

∎ we stopped and had a drink nous nous sommes arrêtés pour boire quelque chose;

∎ what will you have? - I'll have the lamb (in restaurant) qu'est-ce que vous prenez? - je vais prendre de l'agneau;

∎ we had fish for dinner nous avons mangé ou eu du poisson au dîner;

∎ he always has a cigarette after dinner il fume toujours une cigarette après le dîner;

∎ will you have a cigarette? voulez-vous une cigarette?

(b) (indicating location, position) placer, mettre;

∎ we'll have the wardrobe here and the table in there nous mettrons l'armoire ici et la table par là;

∎ she had her arm around his shoulders elle avait mis le bras autour de ses épaules;

∎ I had my back to the window je tournais le dos à la fenêtre;

∎ he had his head down il avait la tête baissée

(c) (be accompanied by)

∎ she had her mother with her sa mère était avec elle;

∎ I can't talk right now, I have someone with me je ne peux pas parler, je ne suis pas seul ou je suis avec quelqu'un

(d) (give birth to) avoir;

∎ she's had a baby elle a eu un bébé;

∎ she had her baby last week elle a accouché la semaine dernière;

∎ she's going to have a baby elle attend ou elle va avoir un bébé;

∎ he's had three children by her il a eu trois enfants d'elle;

∎ our dog has just had puppies notre chien vient d'avoir des petits

(e) (assert, claim) soutenir, maintenir;

∎ public opinion has it that he is not telling the truth on pense généralement qu'il ne dit pas la vérité;

∎ rumour has it that they're married le bruit court qu'ils sont mariés;

∎ as the government would have it comme dirait le gouvernement;

∎ as Plato has it comme dit Platon, comme l'a écrit Platon

(f) (with "will" or "would") (wish for) vouloir;

∎ what would you have me do? que voudriez-vous que je fasse?;

∎ I'll have you know I have a degree in French je vous fais remarquer que j'ai une licence de français

(g) (in negative) (allow, permit) I will not have him in my house! il ne mettra pas les pieds chez moi!;

∎ I won't have it! ça ne va pas se passer comme ça!;

∎ we can't have you sleeping on the floor nous ne pouvons pas vous laisser dormir par terre;

∎ familiar we tried to give the dog a bath but he wasn't having any of it! nous avons essayé de donner un bain au chien, mais rien n'y a fait!;

∎ familiar I'm not having any of your nonsense pas de bêtises

(h) (in passive) familiar (cheat, outwit) avoir;

∎ you've been had! tu t'es fait avoir!

(i) very familiar (sleep with) avoir

G.

(a) (with infinitive) (indicating obligation) to have (got) to do sth devoir faire qch, être obligé de faire qch;

∎ do you have to or have you got to leave so soon? êtes-vous obligé de partir ou faut-il que vous partiez si tôt?;

∎ I have (got) to go to the meeting il faut que j'aille ou je dois aller ou je suis obligé d'aller à la réunion;

∎ don't you have to or haven't you got to phone the office? est-ce que tu ne dois pas appeler le bureau?;

∎ he'll do it if he's got to il le fera s'il est obligé de le faire;

∎ you don't have to or you haven't got to go tu n'es pas obligé d'y aller;

∎ we had to take physics at school nous étions obligés de suivre des cours de physique à l'école;

∎ she had to take a blood test elle a été obligée de ou elle a dû faire un examen sanguin;

∎ I hate having to get up early j'ai horreur de devoir me lever tôt;

∎ I won't apologize - you have to je ne m'excuserai pas - il le faut;

∎ you've got to be joking! vous plaisantez!, c'est une plaisanterie!;

∎ you didn't have to tell your father what happened! tu n'avais pas besoin d'aller dire à ton père ce qui s'est passé!;

∎ ironic the train WOULD have to be late today of all days! il fallait que le train soit en retard aujourd'hui!;

∎ familiar that has (got) to be the stupidest idea I've ever heard! ça doit être l'idée la plus idiote que j'aie jamais entendue!

(b) (with infinitive) (indicating necessity) devoir;

∎ you have (got) to get some rest il faut que vous vous reposiez, vous devez vous reposer;

∎ I'll have to think about it il va falloir que j'y réfléchisse;

∎ I have (got) to know il faut que je le sache;

∎ we have to be careful about what we say on doit faire attention ou il faut qu'on fasse attention à ce qu'on dit;

∎ some problems still have to or have still got to be worked out il reste encore des problèmes à résoudre;

∎ if you finish the report this evening you won't have to come in to work tomorrow si vous finissez le rapport ce soir, vous n'aurez pas besoin de venir travailler demain;

∎ first the potatoes have (got) to be washed il faut d'abord laver les pommes de terre;

∎ I don't like housework but it has (got) to be done je n'aime pas faire le ménage mais il faut bien que quelqu'un le fasse;

∎ the plumbing has (got) to be redone la plomberie a besoin d'être refaite;

∎ you'd have to be deaf not to hear that noise il faudrait être sourd pour ne pas entendre ce bruit;

∎ do you have to turn the music up so loud? vous ne pourriez pas baisser un peu la musique?

(c) (with "to do") (idioms) the book has to do with archaeology ce livre traite de l'archéologie;

∎ their argument had to do with money ils se disputaient à propos d'argent;

∎ this has nothing to do with you ça ne te concerne ou regarde pas;

∎ I'll have nothing more to do with her je ne veux plus avoir affaire à elle;

∎ they had nothing to do with her being fired ils n'avaient rien à voir avec son licenciement

3 haves plural noun

∎ the haves les riches mpl, les nantis mpl;

∎ the haves and the have-nots les riches mpl et les pauvres mpl, les nantis mpl et les démunis mpl

➲ have around separable transitive verb

(keep available) garder ou avoir sous la main;

∎ I have the documents around somewhere les documents sont là quelque part, j'ai les documents quelque part;

∎ she's a useful person to have around il est bon de l'avoir sous la main;

∎ I don't like having children around je n'aime pas la compagnie des enfants

➲ have at inseparable transitive verb

British Fencing attaquer

➲ have away separable transitive verb

British very familiar

∎ to have it away (with sb) s'envoyer en l'air (avec qn)

➲ have down separable transitive verb

(invite from upstairs, the north) inviter;

∎ we're having his family down for the weekend sa famille vient passer le week-end chez nous

➲ have in separable transitive verb

(a) (cause to enter) faire entrer;

∎ she had him in for a chat elle l'a fait entrer pour discuter

(b) (invite)

∎ to have friends in for a drink inviter des amis à prendre un pot

(c) (doctor, workman) faire venir;

∎ we had to have the doctor in nous avons dû faire venir le médecin;

∎ they've got workmen in at the moment ils ont des ouvriers en ce moment

(d) familiar (idiom)

∎ to have it in for sb avoir une dent contre qn;

∎ they had it in for me from the day I arrived ils en ont eu après moi dès mon arrivée

➲ have off separable transitive verb

(a) (remove) retirer;

∎ the barber nearly had my ear off le coiffeur a failli me couper l'oreille

(b) (have removed) faire retirer;

∎ she's having the plaster off next week on lui retire son plâtre la semaine prochaine

(c) British very familiar (have sexual intercourse)

∎ to have it off (with sb) s'envoyer en l'air (avec qn)

➲ have on separable transitive verb

(a) (wear) porter;

∎ what does she have on? qu'est-ce qu'elle porte?, comment est-elle habillée?;

∎ she had her black dress on elle avait ou portait sa robe noire;

∎ the child had nothing on l'enfant était tout nu

(b) (radio, television)

∎ have you got the radio on? avez-vous allumé la radio?, est-ce que la radio est allumée?;

∎ he has the radio/television on all night sa radio/sa télévision est allumée toute la nuit

(c) (commitment, engagement)

∎ we have a lot on today nous avons beaucoup à faire aujourd'hui;

∎ do you have anything on for tonight? avez-vous des projets pour ou êtes-vous pris ce soir?;

∎ I have nothing on for the weekend je n'ai rien de prévu ce week-end

(d) British familiar (tease, trick) faire marcher;

∎ you're having me on! tu me fais marcher!;

∎ I was only having you on c'était juste pour te faire marcher

(e) (idiom)

∎ they have nothing on me ils n'ont aucune preuve contre moi;

∎ the police have nothing on him la police n'a rien sur lui

➲ have out separable transitive verb

(a) (tooth) se faire arracher

(b) (settle)

∎ to have it out with sb s'expliquer avec qn;

∎ she had it or the matter or the whole thing out with him elle a eu une longue explication avec lui;

∎ let's have this out once and for all mettons les choses au point une fois pour toutes

➲ have over separable transitive verb

(invite) inviter

➲ have up separable transitive verb

(a) familiar (bring before the authorities)

∎ I'll have you up for blackmail je vais vous poursuivre (en justice) pour chantage;

∎ they were had up by the police for vandalism ils ont été arrêtés pour vandalisme;

∎ he was had up (before the court) for breaking and entering il a comparu (devant le tribunal) pour effraction

(b) (invite from downstairs, the south) inviter;

∎ he had them up (to his flat) for tea il les a invités à venir prendre le thé;

∎ we're having them up from London for the weekend il sont venus nous voir de Londres pour le week-end

✾ Film 'To Have and Have Not' Hawks 'Le Port de l'angoisse'

Un panorama unique de l'anglais et du français > have
8 worked up

Worked up

взволнованный, обеспокоенный

Something must have happened; Sally sounded all worked up over the phone.

English-Russian small dictionary of idioms > worked up
9 have

(to have or keep (something) in case or until it is needed: If you go to America please keep some money in reserve for your fare home.) tener algo de reserva, guardar algo

have vb

1. tener

do you have a video? ¿tienes vídeo?

she has no sisters no tiene hermanas

he has a bicycle tiene una bicicleta

I have flu tengo la gripe

2. tomar

we had a coffee nos tomamos un café

I think I'll have a salad creo que voy a tomar una ensalada

3. haber

have you read Don Quixote? ¿has leído Don Quijote?

I have been to the swimming pool he estado en la piscina

she was ill because she had eaten too much estaba enferma porque había comido demasiado

to have to do something tener que hacer algo

we have to leave now ya nos tenemos que ir

I've got to work tomorrow tengo que trabajar mañana

to have something done mandar hacer algo

they're having a house built les están construyendo una casa

have you had your hair cut? ¿te has cortado el pelo?

Esta construcción se emplea cuando no eres tú quien hace algo, sino que pagas a alguien para que te lo haga

to have breakfast desayunar

to have lunch almorzar / comer

to have dinner cenar

to have a bath bañarse (en la bañera)

to have a shower ducharse

to have a swim bañarse / nadar

El pasado y participio pasado de have es had; el gerundio se escribe having

have

tr[hæv]

transitive verb (3rd pers pres sing has tr[hæz], pt & pp had tr[hæd], ger having)

1 (posess) tener, poseer

■ she has a house in Whitby tiene una casa en Whitby

■ he had blue eyes tenía los ojos azules

2 (food) comer, tomar; (drink) beber, tomar

■ I think I'll have the turbot creo que tomaré el rodaballo

■ will you have a brandy? ¿quieres tomar un coñac?

■ to have breakfast/lunch/tea/dinner desayunar/comer/merendar/cenar

3 (cigarette) fumar

■ how many cigarettes have you had today? ¿cuántos cigarros has fumado hoy?

4 (shower, bath, etc) tomar

■ when she got home she had a shower cuando llegó a casa se dio una ducha, cuando llegó a casa se duchó

■ in Finland I had a sauna en Finlandia hice una sauna

■ have you had a wash and a shave? ¿te has lavado y afeitado?

■ I'll have a swim before lunch me bañaré antes de comer

5 (treatment) recibir

■ I had an injection me dieron una inyección

■ she had a heart operation la operaron del corazón

■ I have a massage every Thursday cada jueves voy al masajista

■ she's having physiotherapy acude a fisioterapia

6 (illness) tener

■ he didn't come because he had flu no vino porque tenía la gripe

■ I have a headache tengo dolor de cabeza

7 (experience) tener

■ I had a scare tuve un susto, me asusté

■ have a good time! ¡divertíos!, ¡pasadlo bien!

■ I had quite a surprise me llevé una gran sorpresa

8 (receive, invite) recibir, invitar

■ we had John and Mary for dinner last night invitamos a John y Mary a cenar anoche

9 (borrow) pedir prestado, dejar

■ can I have your book for a second, please? ¿me dejas tu libro un segundo, por favor?

10 (party) celebrar, tener, dar; (meeting) celebrar, tener

■ they're always having parties no paran de dar fiestas

■ are you going to have a party for your birthday? ¿vas a hacer una fiesta para tu cumpleaños?

■ they had their annual meeting last week celebraron su reunión anual la semana pasada

11 (according to) según

■ rumour has it that... corre el rumor de que...

12 (baby) tener, dar a luz

13 (cause to happen) hacer, mandar

■ he had the house painted hizo pintar la casa

■ she had her hair cut se cortó el cabello

■ they had him killed lo mandaron matar

14 (allow) permitir, consentir

■ I can't have you walking about naked no puedo permitir que vayas por ahí desnudo

15 familiar (cheat) timar

■ if you paid £200 pounds for that you were had si has pagado doscientas libras por eso te han timado

auxiliar

1 haber

■ I have seen her la he visto

■ I hadn't seen the film so I went to the cinema no había visto la película así que fui al cine

\

SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALL

had better más vale que

■ you'd better come alone más vale que vengas solo

■ we'd better not tell her about it sería mejor no decírselo

have got SMALLBRITISH ENGLISH/SMALL tener

■ Sue's got a new car Sue tiene un coche nuevo

■ you've got a stain on your shirt tienes una mancha en la camisa

■ he said he'd got a hangover dijo que tenía resaca

to have done with acabar con

to have had it (broken) estar hecho,-a polvo, estar fastidiado,-a 2 (in trouble) haberlo,-a cagado,-a 3 (finished) estar acabado,-a

■ this radio's had it, I'll have to get a new one esta radio está en las últimas, tendré que comprar una nueva

■ your dad's seen you, you've had it now! te ha visto tu padre, ¡la has cagado!

■ if this scandal gets out he's had it as an MP si la gente se entera de este escándalo, se han acabado sus días de diputado

to have it away / have it off taboo echar un polvo

to have it in for somebody tenerla tomada con alguien

to have it out with somebody ajustar las cuentas con alguien

to have it over and done with acabar algo de una vez y para siempre

to have just acabar de

■ she's just finished the letter acaba de terminar la carta

to have somebody over to one's house / have somebody round to one's house invitar a alguien a casa

to have somebody up for something SMALLLAW/SMALL llevar a alguien ante los tribunales por algo, procesar a alguien por algo

to have something on tener algo planeado, tener algo que hacer

to have something on somebody tener información comprometedora sobre alguien, saber algo comprometedor acerca de alguien

to have to tener que, haber de

■ I have to see you tengo que verte

to have to do with tener que ver con

■ that has nothing to do with you eso no tiene nada que ver contigo

have ['hæv,] in sense 3 as an auxiliary verb usu ['hæf] v, had ['hæd] ; having ; has ['hæz,] in sense 3 as an auxiliary verb usu ['hæs] vt

1) possess: tener

do you have change?: ¿tienes cambio?

2) experience, undergo: tener, experimentar, sufrir

I have a toothache: tengo un dolor de muelas

3) include: tener, incluir

April has 30 days: abril tiene 30 días

4) consume: comer, tomar

5) receive: tener, recibir

he had my permission: tenía mi permiso

6) allow: permitir, dejar

I won't have it!: ¡no lo permitiré!

7) hold: hacer

to have a party: dar una fiesta

to have a meeting: convocar una reunión

8) hold: tener

he had me in his power: me tenía en su poder

9) bear: tener (niños)

10) (indicating causation)

she had a dress made: mandó hacer un vestido

to have one's hair cut: cortarse el pelo

have v aux

1) : haber

she has been very busy: ha estado muy ocupada

I've lived here three years: hace tres años que vivo aquí

2) (used in tags)

you've finished, haven't you?: ha terminado, ¿no?

3)

to have to : deber, tener que

we have to leave: tenemos que salir

have

have (sth.) coming

expr.

• merecer v.

have (sth.) in mind

expr.

• tener algo en mente expr.

v.

(§ p.,p.p.: had) = contener v.

(§pres: -tengo, -tienes...-tenemos) pret: -tuv-

fut/c: -tendr-•)

• poseer v.

• tener v.

(§pres: tengo, tienes...tenemos) pret: tuv-

fut/c: tendr-•)

v.

• haber v.

(§pres: he, has...) subj: hay-

pret: hub-

fut/c: habr-•)

hæv, weak forms həv, əv
1.

1) (3rd pers sing pres has; past & past p had) transitive verb

Sense I

2) ( possess) tener*

I have o (esp BrE) I've got two cats — tengo dos gatos

I don't have o (esp BrE) haven't got any money — no tengo dinero

do you have a car? - no, I don't o (esp BrE) have you got a car? - no, I haven't — ¿tienes coche? - no (, no tengo)

3) (hold, have at one's disposal) tener*

look out, he's got a gun! — cuidado! tiene una pistola or está armado!

how much money do you have o (esp BrE) have you got on you? — ¿cuánto dinero tienes or llevas encima?

I had him by the arm — lo tenía agarrado del brazo

can I have a sheet of paper? — ¿me das una hoja de papel?

may I have your name? — ¿me dice su nombre?

could I have your Sales Department, please? — ( on phone) ¿me comunica or (Esp tb) me pone or (CS tb) me da con el departamento de ventas, por favor?

I have it!, I've got it! — ya lo tengo!, ya está, ya está!

all right: have it your own way! — está bien! haz lo que quieras!

what have we here? — ¿y esto?

to have something to + inf — tener* algo que + inf

I've (got) a lot to do — tengo mucho que hacer

4)

a) ( receive) \<\<letter/news\>\> tener*, recibir

could we have some silence, please? — (hagan) silencio, por favor

we have it on the best authority that... — sabemos de buena fuente que...

rumoradition has it that... — corre el rumor de que.../según la tradición...

to have had it — (colloq)

I've had it — ( I'm in trouble) estoy frito (AmL), me la he cargado (Esp fam); ( I've lost my chance) la he fastidiado (fam)

your umbrella's had it — tu paraguas no da para más (fam)

I've had it up to here with your complaining — estoy hasta la coronilla or hasta las narices de tus quejas (fam)

to have it in for somebody — (colloq) tenerle* manía or tirria a alguien (fam)

to let somebody have it — (sl) ( attack - physically) darle* su merecido a alguien; (- verbally) cantarle las cuarenta a alguien (fam), poner* a alguien verde (Esp fam)

b) ( obtain) conseguir*

they were the best/only seats to be had — eran los mejores/únicos asientos que había

I'll have a kilo of tomatoes, please — ¿me da or (Esp) me pone un kilo de tomates, por favor?

5) ( consume) \<\<steak/spaghetti\>\> comer, tomar (Esp); \<\<champagne/beer\>\> tomar

to have something to eat/drink — comer/beber algo

to have breakfast/dinner — desayunar/cenar, comer (AmL)

to have lunch — almorzar* or (esp Esp, Méx) comer

what are we having for dinner? — ¿qué hay de cena?

to have a cigarette — fumarse un cigarrillo

have some more sauce — sírvete más salsa

we had too much to drink — bebimos or (AmL tb) tomamos demasiado

6)

a) (experience, undergo) \<\<accident\>\> tener*

to have a setback — sufrir un revés

did you have good weather? — ¿te (or les etc) hizo buen tiempo?

have a nice day! — adiós! que le (or te etc) vaya bien!

we had a very pleasant evening — pasamos una noche muy agradable

I had an injection — me pusieron or me dieron una inyección

he had a heart transplant/an X ray — le hicieron un trasplante de corazón/una radiografía

she had a heart attack — le dio un ataque al corazón or un infarto

they have it easy — lo tienen (todo) muy fácil

b) ( organize) \<\<party\>\> hacer*, dar*

they had a meeting to discuss the issue — tuvieron una reunión para discutir el tema

c) ( suffer from) \<\<cancer/diabetes/flu\>\> tener*

to have a cold — estar* resfriado

he's got a headache/sore throat — le duele la cabeza/la garganta, tiene dolor de cabeza/garganta

7) ( look after) tener*

they have visitors — tienen visita

my mother offered to have the children — mi madre se ofreció a cuidar a los niños

8) ( give birth to) \<\<baby\>\> tener*

9) (colloq)

a) (catch, get the better of)

they almost had him, but he managed to escape — casi lo agarran or atrapan, pero logró escaparse

I'll have them for that — ya me las pagarán

b) ( swindle) timar; ( dupe) engañar

you've been had! — te han timado or engañado!

Sense II

10) (causative use)

we'll have it clean in no time — enseguida lo limpiamos or lo dejamos limpio

he had them all laughing/in tears — los hizo reír/llorar a todos

you had me worried — me tenías preocupado

to have somebody + INF: I'll have her call you back as soon as she arrives le diré or pediré que lo llame en cuanto llegue; I'll have you know, young man, that I... para que sepa, jovencito, yo...; to have something + PAST P: we had it repaired lo hicimos arreglar, lo mandamos (a) arreglar (AmL); to have one's hair cut — cortarse el pelo

11) ( indicating what happens to somebody)

I have people coming for dinner tonight — esta noche tengo gente a cenar

to have something + INF/+ PAST P: I've had three lambs die this week se me han muerto tres corderos esta semana; he had his bicycle stolen — le robaron la bicicleta

12)

a) ( allow) (with neg) tolerar, consentir*

I won't have it! — no lo consentiré or toleraré!

I won't have him interfering — no pienso tolerar que se inmiscuya

b) (accept, believe) aceptar, creer*

she wouldn't have it — no lo quiso aceptar or creer

13) (indicating state, position) tener*

I had the radio on — tenía la radio puesta

you have o (BrE) you've got your belt twisted — tienes el cinturón torcido

2.

1) v aux

Sense I

2) (used to form perfect tenses) haber*

I have/had seen her — la he/había visto

I have/had just seen her — la acabo/acababa de ver, recién la vi/la había visto (AmL)

have you been waiting long? — ¿hace mucho que esperas?, ¿llevas mucho rato esperando?

you have been busy — cómo has trabajado!

had I known that o if I'd known that... — si hubiera sabido que..., de haber sabido que...

when he had finished, she... — cuando terminó or (liter) cuando hubo terminado, ella...

3)

a) ( in tags)

you've been told, haven't you? — te lo han dicho ¿no? or ¿no es cierto? or ¿no es verdad?

you haven't lost the key, have you? — no habrás perdido la llave...!

b) ( elliptical use)

you may have forgiven him, but I haven't — puede que tú lo hayas perdonado, pero yo no

the clock has stopped - so it has! — el reloj se ha parado - es verdad! or es cierto!

you've forgotten something - have I? — te has olvidado de algo - ¿sí?

I've told her - you haven't! — se lo he dicho - no! ¿en serio?

Sense II

4) ( expressing obligation)

to have to + inf — tener* que + inf

I have o I've got to admit that... — tengo que reconocer que...

you don't have to be an expert to realize that — no hay que or no se necesita ser un experto para darse cuenta de eso

don't go out unless you have to — no salgas a menos que tengas que hacerlo

5) ( expressing certainty)

to have to + inf — tener* que + inf

it had to happen — tenía que ocurrir

you have to o you've got to be kidding! — lo dices en broma or en chiste!

•

Phrasal Verbs:

- have around

- have away

- have back

- have down

- have in

- have off

- have on

- have out

- have over

- have up

[hæv] ( 3rd pers sing present has) (pt, pp had) When have is part of a set combination, eg have a look, have a good time, have breakfast, had better, look up the other word. For have + adverb/preposition combinations, see also the phrasal verb section of this entry.
1. TRANSITIVE VERB

1) (=possess) tener

he's got or he has blue eyes — tiene los ojos azules

have you got or do you have 10p? — ¿tienes diez peniques?

have you got or do you have any brothers or sisters? — ¿tienes hermanos?

she had her eyes closed — tenía los ojos cerrados

he hasn't got or he doesn't have any friends — no tiene amigos

I've got or I have a friend staying next week — tengo a un amigo en casa la semana que viene

I've got or I have an idea — tengo una idea
Don't translate the [a] in sentences like [has he got a girlfriend?], [I haven't got a washing-machine] if the number of such items is not significant since people normally only have one at a time:
has he got a girlfriend? — ¿tiene novia?

I haven't got a washing-machine — no tengo lavadora
Do translate the [a] if the person or thing is qualified:
he has a Spanish girlfriend — tiene una novia española

• all or everything I have is yours — todo lo que tengo es tuyo

you must give it all or everything you have — tienes que emplearte a fondo

you must put all or everything you have into it — tienes que emplearte a fondo

• can I have a pencil please? — ¿me puedes dar un lápiz, por favor?

• the book has no name on it — el libro no lleva or tiene el nombre del dueño

I've got or I have no Spanish — no sé español

• to have something to do — tener algo que hacer

I've got some letters to write — tengo algunas cartas que escribir

I've got or I have nothing to do — no tengo nada que hacer

haven't you got anything to do? — ¿no tienes nada que hacer?

• hello, what have we here? — vaya, vaya, ¿qué tenemos aquí?
handy, ready 1., 1), a)
2) (=eat, drink) tomar

• what are we having for lunch? — ¿que vamos a comer?

we had ice-cream for dessert — tomamos helado de postre

• to have something to eat/drink — comer/beber algo, tomar algo

• what will you have? — ¿qué quieres tomar?, ¿qué vas a tomar?

I'll have a coffee — tomaré un café

will you have some more? — ¿te sirvo más?

3) (=receive) recibir

thank you for having me — gracias por su hospitalidad

• you can have my ticket — puedes quedarte con mi billete

• we had some help from the government — recibimos ayuda del gobierno

• I had a letter from John — tuve carta de Juan, recibí una carta de Juan

• I must have them by this afternoon — necesito tenerlos para esta tarde

• to have no news — no tener noticias

• they had a lot of wedding presents — recibieron or les hicieron muchos regalos de boda

• we had a lot of visitors — (at home) tuvimos muchas visitas; (at exhibition etc) tuvimos muchos visitantes

4) (=obtain)

they can be had for as little as £10 each — pueden conseguirse por tan solo 10 libras

it's not to be had anywhere — no se consigue en ninguna parte

there was no bread to be had — no quedaba pan en ningún sitio, no podía conseguirse pan en ningún sitio

5) (=take)

I'll have a dozen eggs, please — ¿me pones una docena de huevos, por favor?

which one will you have? — ¿cuál quiere?

can I have your name please? — ¿me da su nombre, por favor?

• you can have it or I'll let you have it for £10 — te lo dejo en 10 libras, te lo puedes llevar por 10 libras, te lo vendo por 10 libras

6) (=give birth to) [+ baby, kittens] tener

what did she have? — ¿qué ha tenido?

she had a boy — ha tenido un niño

7) (=hold, catch) tener

I have him in my power — lo tengo en mi poder

• he had him by the throat — lo tenía agarrado por la garganta

• I have it on good authority that... — me consta que..., sé a ciencia cierta que..., sé de buena tinta que... *

I've got it! — ¡ya!

• you have me there, there you have me — ahí sí que me has pillado *

8) (=allow) consentir, tolerar

• we can't have that — eso no se puede consentir

• I won't have this nonsense — no voy a consentir or tolerar estas tonterías

I won't have it! — no lo voy a consentir or tolerar

she won't have it said that... — no consiente or tolera que digan que...

I won't have him risking his neck on that motorbike — no voy a consentir que se juegue el cuello en esa moto

9) (=spend) pasar

to have a pleasant afternoon/evening — pasar una tarde agradable

have a nice day! — ¡que pases un buen día!

I had a horrible day at school today — he tenido un día horrible en el colegio

what sort of day have you had? — ¿qué tal día has tenido?

10) (on telephone)

can I have Personnel please? — ¿me puede poner con Personal, por favor?

11) * (=have sex with) acostarse con

12) (=make)

I'll soon have it nice and shiny — enseguida lo dejo bien brillante

he had us confused — nos tenía confundidos

13) (in set structures)
to have sth done hacer que se haga algo, mandar hacer algo
we had our luggage brought up — mandamos subir el equipaje

I've had the brakes checked — he mandado revisar los frenos

to have a suit made — (mandar) hacerse un traje

to have one's hair cut — cortarse el pelo

they had him killed — lo mataron
to have sb do sth mandar a algn hacer algo
he had me do it again — me hizo hacerlo otra vez, me hizo que lo hiciese otra vez

I had him clean the car — le hice limpiar el coche

what would you have me do? — † ¿qué quiere que haga?

I'll have you know that... — quiero que sepas que...
to have sth happen
she had her bag stolen — le robaron el bolso

he had his arm broken — le rompieron el brazo
to have sb doing sth
she soon had them all reading and writing — (=organized them) enseguida los puso a leer y a escribir; (=taught them) enseguida les habían enseñado a leer y a escribir

14) (in set expressions)
to have sth against sb/sth tener algo en contra de algn/algo to have had it
you've had it now! he knows all about it * — ¡ahora sí que te la has cargado! se ha enterado de todo

this sofa has had it * — este sofá ya no da para más *

I've had it up to here with his nonsense * — estoy hasta la coronilla or hasta el moño de sus tonterías *
to have it that
he will have it that he is right — insiste en que tiene razón

rumour has it that... — corre la voz de que...
to be had
you've been had! * — ¡te han engañado!
to have to do with tener que ver con
that's got or that has nothing to do with it! — ¡eso no tiene nada que ver!

you'd better not have anything to do with him — más te vale no tener tratos con él
to let sb have sth (=give) dar algo a algn; (=lend) dejar algo a algn, prestar algo a algn
I'll let you have my reply tomorrow — les daré mi respuesta mañana

let me have your address — dame tus señas

let me have your pen for a moment — déjame el boli un momento

let him have it! * — ¡dale!
what have you
... and what have you —... y qué sé yo qué más
would have it
as ill-luck or fate would have it — desgraciadamente
luck
2. AUXILIARY VERB

1) haber

I've already seen that film — ya he visto esa película

he's been very kind — ha sido muy amable

has he gone? — ¿se ha ido?

hasn't he told you? — ¿no te lo ha dicho?

she said she had spoken to them — dijo que había hablado con ellos

had you phoned me frm or if you had phoned me I would have come round — si me hubieras llamado habría venido

never having seen it before, I... — como no lo había visto antes,...

having finished or when he had finished, he left — cuando terminó or cuando hubo terminado, se fue
just I, 1., 3)
See:

SINCE in since

2) (verb substitute)

a)

you've got more than I have — tienes más que yo

they've done more than we have — ellos han hecho más que nosotros

he hasn't worked as hard as you have — él no ha trabajado tanto como tú

"he's already eaten" - "so have I" — -él ya ha comido -yo también

"we haven't had any news yet" - "neither have we" — -no hemos tenido noticias todavía -nosotros tampoco

"you've made a mistake" - "no I haven't!" — -has cometido un error -no es verdad or cierto

"we haven't paid" - "yes we have!" — -no hemos pagado -¡qué sí!

"he's got a new job" - "oh has he?" — -tiene un trabajo nuevo -¿ah, sí?

"you've written it twice" - "so I have!" — -lo has escrito dos veces -es verdad or cierto

"have you read the book?" - "yes, I have" — -¿has leído el libro? -sí

"has he told you?" - "no, he hasn't" — -¿te lo ha dicho? -no

b) (in question tags)

he hasn't done it, has he? — no lo ha hecho, ¿verdad?

you've done it, haven't you? — lo has hecho, ¿verdad? or ¿no?

3) (avoiding repetition of verb)

you've all been there before, but I haven't — vosotros habéis estado allí antes, pero yo no

he has never met her, but I have — él no la ha llegado a conocer, pero yo sí

have you ever been there? if you have... — ¿has estado alguna vez allí? si es así...

have you tried it? if you haven't... — ¿lo has probado? (porque) si no...
so I, 1., nor
3.

MODAL VERB (=be obliged)

to have (got) to do sth — tener que hacer algo

I've got to or I have to finish this work — tengo que terminar este trabajo

have we got to or do we have to leave early? — ¿tenemos que salir temprano?

I haven't got to or I don't have to wear glasses — no necesito (usar) gafas

I shall have to go and see her — tendré que ir a verla

it will just have to wait till tomorrow — tendrá que esperar hasta mañana

he had to pay all the money back — tuvo que devolver todo el dinero

she was having to get up at six each morning — tenía que levantarse a las seis cada mañana

this has to be a mistake — esto tiene que ser un error

do you have to make such a noise? — ¿tienes que hacer tanto ruido?

you didn't have to tell her! — ¡no tenías por qué decírselo!

it's nice not to have to work on Saturdays — es un gusto no tener que trabajar los sábados

it has to be done this way — tiene que hacerse de este modo

does it have to be ironed? — ¿hay que plancharlo?

- have around

- have away

- have back

- have down

- have in

- have off

- have on

- have out

- have over

- have round

- have up

* * *
[hæv], weak forms [həv, əv]
1.

1) (3rd pers sing pres has; past & past p had) transitive verb

Sense I

2) ( possess) tener*

I have o (esp BrE) I've got two cats — tengo dos gatos

I don't have o (esp BrE) haven't got any money — no tengo dinero

do you have a car? - no, I don't o (esp BrE) have you got a car? - no, I haven't — ¿tienes coche? - no (, no tengo)

3) (hold, have at one's disposal) tener*

look out, he's got a gun! — cuidado! tiene una pistola or está armado!

how much money do you have o (esp BrE) have you got on you? — ¿cuánto dinero tienes or llevas encima?

I had him by the arm — lo tenía agarrado del brazo

can I have a sheet of paper? — ¿me das una hoja de papel?

may I have your name? — ¿me dice su nombre?

could I have your Sales Department, please? — ( on phone) ¿me comunica or (Esp tb) me pone or (CS tb) me da con el departamento de ventas, por favor?

I have it!, I've got it! — ya lo tengo!, ya está, ya está!

all right: have it your own way! — está bien! haz lo que quieras!

what have we here? — ¿y esto?

to have something to + inf — tener* algo que + inf

I've (got) a lot to do — tengo mucho que hacer

4)

a) ( receive) \<\<letter/news\>\> tener*, recibir

could we have some silence, please? — (hagan) silencio, por favor

we have it on the best authority that... — sabemos de buena fuente que...

rumor/tradition has it that... — corre el rumor de que.../según la tradición...

to have had it — (colloq)

I've had it — ( I'm in trouble) estoy frito (AmL), me la he cargado (Esp fam); ( I've lost my chance) la he fastidiado (fam)

your umbrella's had it — tu paraguas no da para más (fam)

I've had it up to here with your complaining — estoy hasta la coronilla or hasta las narices de tus quejas (fam)

to have it in for somebody — (colloq) tenerle* manía or tirria a alguien (fam)

to let somebody have it — (sl) ( attack - physically) darle* su merecido a alguien; (- verbally) cantarle las cuarenta a alguien (fam), poner* a alguien verde (Esp fam)

b) ( obtain) conseguir*

they were the best/only seats to be had — eran los mejores/únicos asientos que había

I'll have a kilo of tomatoes, please — ¿me da or (Esp) me pone un kilo de tomates, por favor?

5) ( consume) \<\<steak/spaghetti\>\> comer, tomar (Esp); \<\<champagne/beer\>\> tomar

to have something to eat/drink — comer/beber algo

to have breakfast/dinner — desayunar/cenar, comer (AmL)

to have lunch — almorzar* or (esp Esp, Méx) comer

what are we having for dinner? — ¿qué hay de cena?

to have a cigarette — fumarse un cigarrillo

have some more sauce — sírvete más salsa

we had too much to drink — bebimos or (AmL tb) tomamos demasiado

6)

a) (experience, undergo) \<\<accident\>\> tener*

to have a setback — sufrir un revés

did you have good weather? — ¿te (or les etc) hizo buen tiempo?

have a nice day! — adiós! que le (or te etc) vaya bien!

we had a very pleasant evening — pasamos una noche muy agradable

I had an injection — me pusieron or me dieron una inyección

he had a heart transplant/an X ray — le hicieron un trasplante de corazón/una radiografía

she had a heart attack — le dio un ataque al corazón or un infarto

they have it easy — lo tienen (todo) muy fácil

b) ( organize) \<\<party\>\> hacer*, dar*

they had a meeting to discuss the issue — tuvieron una reunión para discutir el tema

c) ( suffer from) \<\<cancer/diabetes/flu\>\> tener*

to have a cold — estar* resfriado

he's got a headache/sore throat — le duele la cabeza/la garganta, tiene dolor de cabeza/garganta

7) ( look after) tener*

they have visitors — tienen visita

my mother offered to have the children — mi madre se ofreció a cuidar a los niños

8) ( give birth to) \<\<baby\>\> tener*

9) (colloq)

a) (catch, get the better of)

they almost had him, but he managed to escape — casi lo agarran or atrapan, pero logró escaparse

I'll have them for that — ya me las pagarán

b) ( swindle) timar; ( dupe) engañar

you've been had! — te han timado or engañado!

Sense II

10) (causative use)

we'll have it clean in no time — enseguida lo limpiamos or lo dejamos limpio

he had them all laughing/in tears — los hizo reír/llorar a todos

you had me worried — me tenías preocupado

to have somebody + INF: I'll have her call you back as soon as she arrives le diré or pediré que lo llame en cuanto llegue; I'll have you know, young man, that I... para que sepa, jovencito, yo...; to have something + PAST P: we had it repaired lo hicimos arreglar, lo mandamos (a) arreglar (AmL); to have one's hair cut — cortarse el pelo

11) ( indicating what happens to somebody)

I have people coming for dinner tonight — esta noche tengo gente a cenar

to have something + INF/+ PAST P: I've had three lambs die this week se me han muerto tres corderos esta semana; he had his bicycle stolen — le robaron la bicicleta

12)

a) ( allow) (with neg) tolerar, consentir*

I won't have it! — no lo consentiré or toleraré!

I won't have him interfering — no pienso tolerar que se inmiscuya

b) (accept, believe) aceptar, creer*

she wouldn't have it — no lo quiso aceptar or creer

13) (indicating state, position) tener*

I had the radio on — tenía la radio puesta

you have o (BrE) you've got your belt twisted — tienes el cinturón torcido

2.

1) v aux

Sense I

2) (used to form perfect tenses) haber*

I have/had seen her — la he/había visto

I have/had just seen her — la acabo/acababa de ver, recién la vi/la había visto (AmL)

have you been waiting long? — ¿hace mucho que esperas?, ¿llevas mucho rato esperando?

you have been busy — cómo has trabajado!

had I known that o if I'd known that... — si hubiera sabido que..., de haber sabido que...

when he had finished, she... — cuando terminó or (liter) cuando hubo terminado, ella...

3)

a) ( in tags)

you've been told, haven't you? — te lo han dicho ¿no? or ¿no es cierto? or ¿no es verdad?

you haven't lost the key, have you? — no habrás perdido la llave...!

b) ( elliptical use)

you may have forgiven him, but I haven't — puede que tú lo hayas perdonado, pero yo no

the clock has stopped - so it has! — el reloj se ha parado - es verdad! or es cierto!

you've forgotten something - have I? — te has olvidado de algo - ¿sí?

I've told her - you haven't! — se lo he dicho - no! ¿en serio?

Sense II

4) ( expressing obligation)

to have to + inf — tener* que + inf

I have o I've got to admit that... — tengo que reconocer que...

you don't have to be an expert to realize that — no hay que or no se necesita ser un experto para darse cuenta de eso

don't go out unless you have to — no salgas a menos que tengas que hacerlo

5) ( expressing certainty)

to have to + inf — tener* que + inf

it had to happen — tenía que ocurrir

you have to o you've got to be kidding! — lo dices en broma or en chiste!

•

Phrasal Verbs:

- have around

- have away

- have back

- have down

- have in

- have off

- have on

- have out

- have over

- have up

English-spanish dictionary > have
10 have nothing to show for it

ничего не добиться, не достичь, зря стараться

I worked for that firm for thirty years and now I have nothing to show for it. (DEI) — Я тридцать лет работал в этой фирме, а сейчас оказался у разбитого корыта.

Large English-Russian phrasebook > have nothing to show for it
11 have nothing to show for it

ничeгo нe дoбитьcя, нe дocтичь, зpя cтapaтьcя

I worked for that firm for thirty years and now I have nothing to show for it

Concise English-Russian phrasebook > have nothing to show for it
12 have etc no call to do something

expr infml

You had no call to come down here. You'll catch your death of cold — Какого черта ты сюда приперся? Еще простынешь на фиг

You may be in the dumps but there is no call to go around kicking some poor devil's windows in — Я понимаю, что ты не в настроении, но зачем же бить окна у таких же людей, как ты?

No call to get worked up — Что ты тут разоряешься?

The new dictionary of modern spoken language > have etc no call to do something
13 have it all worked out ahead of time

Разговорное выражение: все ходы записаны

Универсальный англо-русский словарь > have it all worked out ahead of time
14 have not worked

Общая лексика: задаваться

Универсальный англо-русский словарь > have not worked
15 work

work [wɜ:k]

travail ⇒ 1 (a)-(e), 1 (g) œuvre ⇒ 1 (a), 1 (f) besogne ⇒ 1 (b) emploi ⇒ 1 (c) ouvrage ⇒ 1 (f) recherches ⇒ 1 (g) travailler ⇒ 2A (a)-(e), 3A (b), 3A (c), 3A (e), 3C (a) fonctionner ⇒ 2B (a) marcher ⇒ 2B (a), 2B (b) réussir ⇒ 2B (b) agir ⇒ 2B (c), 2B (d) faire travailler ⇒ 3A (a) faire marcher ⇒ 3B (a) façonner ⇒ 3C (a) mécanisme ⇒ 4 1 (a) travaux ⇒ 4 1 (b) usine ⇒ 4 2 (a)

1 noun

(a) (effort, activity) travail m, œuvre f;

∎ computers take some of the work out of filing les ordinateurs facilitent le classement;

∎ this report needs more work il y a encore du travail à faire sur ce rapport, ce rapport demande plus de travail;

∎ she's done a lot of work for charity elle a beaucoup travaillé pour des associations caritatives;

∎ it will take a lot of work to make a team out of them ça va être un drôle de travail de faire d'eux une équipe;

∎ keep up the good work! continuez comme ça!;

∎ nice or good work! c'est du bon travail!, bravo!;

∎ that's fine work or a fine piece of work c'est du beau travail;

∎ your work has been useful vous avez fait du travail utile;

∎ work on the tunnel is to start in March (existing tunnel) les travaux sur le tunnel doivent commencer en mars; (new tunnel) la construction du tunnel doit commencer en mars;

∎ work in progress Administration travail en cours; Accountancy travaux mpl en cours, inventaire m de production; (sign) travaux en cours;

∎ she put a lot of work into that book elle a beaucoup travaillé sur ce livre;

∎ to make work for sb compliquer la vie à qn;

∎ to start work, to set to work se mettre au travail;

∎ she set or she went to work on the contract elle a commencé à travailler sur le contrat;

∎ he set to work undermining their confidence il a entrepris de saper leur confiance;

∎ I set him to work (on) painting the kitchen je lui ai donné la cuisine à peindre;

∎ they put him to work in the kitchen ils l'ont mis au travail dans la cuisine;

∎ let's get (down) to work! (mettons-nous) au travail!;

∎ proverb all work and no play makes Jack a dull boy beaucoup de travail et peu de loisirs ne réussissent à personne

(b) (duty, task) travail m, besogne f;

∎ I've got loads of work to do j'ai énormément de travail à faire;

∎ she gave us too much work elle nous a donné trop de travail;

∎ he's trying to get some work done il essaie de travailler un peu;

∎ they do their work well ils travaillent bien, ils font du bon travail;

∎ it's hard work c'est du travail, ce n'est pas facile;

∎ it's thirsty work ça donne soif;

∎ to make short or light work of sth expédier qch;

∎ figurative to make short work of sb ne faire qu'une bouchée de qn;

∎ familiar it's nice work if you can get it! c'est une bonne planque, encore faut-il la trouver!

(c) (paid employment) travail m, emploi m;

∎ what (kind of) work do you do? qu'est-ce que vous faites dans la vie?, quel travail faites-vous?;

∎ I do translation work je suis traducteur, je fais des traductions;

∎ to find work trouver du travail;

∎ to look for work chercher du travail ou un emploi;

∎ to be in work travailler, avoir un emploi;

∎ to be out of work être au chômage ou sans travail ou sans emploi;

∎ he had a week off work (holiday) il a pris une semaine de vacances; (illness) il n'est pas allé au travail pendant une semaine;

∎ to take time off work prendre des congés;

∎ she's off work today elle ne travaille pas aujourd'hui;

∎ to do a full day's work faire une journée entière de travail;

∎ people out of work (gen) les chômeurs mpl; Administration & Economics les inactifs mpl

(d) (place of employment) travail m; Administration lieu m de travail;

∎ I go to work by bus je vais au travail en bus;

∎ I'm late for work je suis en retard pour le travail;

∎ he's a friend from work c'est un collègue;

∎ where is your (place of) work? où travaillez-vous?, quel est votre lieu de travail?;

∎ on her way home from work en rentrant du travail

(e) (papers, material etc being worked on) travail m;

∎ to take work home prendre du travail à la maison;

∎ her work was all over the table son travail était étalé sur la table

(f) (creation, artefact etc) œuvre f; (on smaller scale) ouvrage m; Sewing ouvrage m;

∎ it's all my own work j'ai tout fait moi-même;

∎ it's an interesting piece of work (gen) c'est un travail intéressant; Art, Literature & Music c'est une œuvre intéressante;

∎ very detailed/delicate work (embroidery, carving etc) ouvrage très détaillé/délicat;

∎ these formations are the work of the wind ces formations sont l'œuvre du vent;

∎ the silversmith sells much of his work to hotels l'orfèvre vend une grande partie de ce qu'il fait ou de son travail à des hôtels;

∎ the complete works of Shakespeare les œuvres complètes ou l'œuvre de Shakespeare;

∎ a new work on Portugal un nouvel ouvrage sur le Portugal;

∎ a work of art une œuvre d'art;

∎ works of fiction des ouvrages de fiction

(g) (research) travail m, recherches fpl;

∎ there hasn't been a lot of work done on the subject peu de travail a été fait ou peu de recherches ont été faites sur le sujet

(h) (deed) œuvre f, acte m;

∎ good works bonnes œuvres fpl;

∎ each man will be judged by his works chaque homme sera jugé selon ses œuvres;

∎ charitable works actes mpl de charité, actes mpl charitables;

∎ the murder is the work of a madman le meurtre est l'œuvre d'un fou

(i) (effect) effet m;

∎ wait until the medicine has done its work attendez que le médicament ait agi ou ait produit son effet

(j) Physics travail m

2 intransitive verb

A.

(a) (exert effort on a specific task, activity etc) travailler;

∎ we worked for hours cleaning the house nous avons passé des heures à faire le ménage;

∎ they worked in the garden ils ont fait du jardinage;

∎ we work hard nous travaillons dur;

∎ she's working on a novel just now elle travaille à un roman en ce moment;

∎ a detective is working on this case un détective est sur cette affaire;

∎ he works at or on keeping himself fit il fait de l'exercice pour garder la forme;

∎ we have to work to a deadline nous devons respecter des délais dans notre travail;

∎ we have to work to a budget nous devons travailler avec un certain budget;

∎ I've worked with the handicapped before j'ai déjà travaillé avec les handicapés;

∎ I work with the Spanish on that project je travaille (en collaboration) avec les Espagnols sur ce projet

(b) (be employed) travailler;

∎ he works as a teacher il a un poste d'enseignant;

∎ I work in advertising je travaille dans la publicité;

∎ who do you work for? chez qui est-ce que vous travaillez?;

∎ she works in or for a bank elle travaille dans ou pour une banque;

∎ I work a forty-hour week je travaille quarante heures par semaine, je fais une semaine de quarante heures;

∎ to work for a living travailler pour gagner sa vie;

∎ Industry to work to rule faire la grève du zèle

(c) (strive for a specific goal or aim)

∎ to work for a good cause travailler pour une bonne cause;

∎ they're working for better international relations ils s'efforcent d'améliorer les relations internationales

(d) (study) travailler, étudier;

∎ you're going to have to work if you want to pass the exam il va falloir que tu travailles ou que tu étudies si tu veux avoir ton examen

(e) (use a specified substance) travailler;

∎ this sculptor works in or with copper ce sculpteur travaille avec le cuivre;

∎ she has always worked in or with watercolours elle a toujours travaillé avec de la peinture à l'eau

B.

(a) (function, operate → machine, brain, system) fonctionner, marcher;

∎ the lift doesn't work at night l'ascenseur ne marche pas la nuit;

∎ the lift never works l'ascenseur est toujours en panne;

∎ the radio works off batteries la radio fonctionne avec des piles;

∎ a pump worked by hand une pompe actionnée à la main ou manuellement;

∎ they soon got or had it working ils sont vite parvenus à le faire fonctionner;

∎ she sat still, her brain or her mind working furiously elle était assise immobile, le cerveau en ébullition;

∎ figurative everything worked smoothly tout s'est déroulé comme prévu;

∎ your idea just won't work ton idée ne peut pas marcher;

∎ this relationship isn't working cette relation ne marche pas;

∎ that argument works both ways ce raisonnement est à double tranchant;

∎ how does the law work exactly? comment la loi fonctionne-t-elle exactement?

(b) (produce results, succeed) marcher, réussir;

∎ it worked brilliantly ça a très bien marché;

∎ their scheme didn't work leur complot a échoué;

∎ that/flattery won't work with me ça/la flatterie ne prend pas avec moi

(c) (drug, medicine) agir, produire ou faire son effet

(d) (act) agir;

∎ the acid works as a catalyst l'acide agit comme ou sert de catalyseur;

∎ events have worked against us/in our favour les événements ont agi contre nous/en notre faveur;

∎ I'm working on the assumption that they'll sign the contract je pars du principe qu'ils signeront le contrat

C.

(a) (reach a condition or state gradually)

∎ to work loose se desserrer;

∎ to work free se libérer;

∎ the nail worked through the sole of my shoe le clou est passé à travers la semelle de ma chaussure

(b) (face, mouth) se contracter, se crisper

(c) (ferment) fermenter

3 transitive verb

A.

(a) (worker, employee, horse) faire travailler;

∎ the boss works his staff hard le patron exige beaucoup de travail de ses employés;

∎ you work yourself too hard tu te surmènes;

∎ to work oneself to death se tuer à la tâche;

∎ to work one's fingers to the bone s'user au travail

(b) (pay for with labour or service)

∎ they worked their passage to India ils ont payé leur passage en Inde en travaillant;

∎ I worked my way through college j'ai travaillé pour payer mes études à l'université

(c) (carry on activity in)

∎ he works the southern sales area il travaille pour le service commercial de la région sud;

∎ the pollster worked both sides of the street le sondeur a enquêté des deux côtés de la rue;

∎ figurative the candidate worked the crowd le candidat s'efforçait de soulever l'enthousiasme de la foule;

∎ a real-estate agent who works the phones un agent immobilier qui fait de la prospection par téléphone;

∎ she works the bars (prostitute) elle travaille dans les bars

(d) (achieve, accomplish)

∎ the new policy will work major changes la nouvelle politique opérera ou entraînera des changements importants;

∎ the story worked its magic or its charm on the public l'histoire a enchanté le public;

∎ to work a spell on sb jeter un sort à qn;

∎ to work miracles faire ou accomplir des miracles;

∎ to work wonders faire merveille;

∎ she has worked wonders with the children elle a fait des merveilles avec les enfants

(e) (make use of, exploit → land) travailler, cultiver; (→ mine, quarry) exploiter, faire valoir

B.

(a) (operate) faire marcher, faire fonctionner;

∎ this switch works the furnace ce bouton actionne ou commande la chaudière;

∎ he knows how to work the drill il sait se servir de la perceuse

(b) (manoeuvre)

∎ I worked the handle up and down j'ai remué la poignée de haut en bas;

∎ to work one's hands free parvenir à dégager ses mains;

∎ she worked the ropes loose elle a réussi à desserrer les cordes petit à petit

(c) (by slow progression)

∎ I worked my way along the ledge j'ai longé la saillie avec précaution;

∎ he worked his way down/up the cliff il a descendu/monté la falaise lentement;

∎ the beggar worked his way towards us le mendiant s'est approché de nous;

∎ they worked their way through the list ils ont traité chaque élément de la liste tour à tour;

∎ he's worked his way through the whole grant il a épuisé toute la subvention;

∎ a band of rain working its way across the country un front de pluie qui traverse le pays;

∎ they have worked themselves into a corner ils se sont mis dans une impasse

(d) familiar (contrive) s'arranger;

∎ she managed to work a few days off elle s'est arrangée ou s'est débrouillée pour avoir quelques jours de congé;

∎ I worked it or worked things so that she's never alone j'ai fait en sorte qu'elle ou je me suis arrangé pour qu'elle ne soit jamais seule

C.

(a) (shape → leather, metal, stone) travailler, façonner; (→ clay, dough) travailler, pétrir; (→ object, sculpture) façonner; Sewing (design, initials) broder;

∎ she worked the silver into earrings elle a travaillé l'argent pour en faire des boucles d'oreilles;

∎ she worked a figure out of the wood elle a sculpté une silhouette dans le bois;

∎ the flowers are worked in silk les fleurs sont brodées en soie;

∎ work the putty into the right consistency travaillez le mastic pour lui donner la consistance voulue

(b) (rub)

∎ gently work the cream into your hands massez-vous les mains pour faire pénétrer la crème;

∎ work the dye into the surface of the leather faites pénétrer la teinture dans le cuir

(c) (excite, provoke)

∎ the orator worked the audience into a frenzy l'orateur a enflammé ou a galvanisé le public;

∎ she worked herself into a rage elle s'est mise dans une colère noire

4 works

1 plural noun

(a) (mechanism) mécanisme m, rouages mpl; (of clock) mouvement m;

∎ familiar to foul up or to gum up the works tout foutre en l'air

(b) Building industry travaux mpl; (installation) installations fpl;

∎ road works travaux mpl; (sign) travaux;

∎ Minister/Ministry of Works ministre m/ministère m des Travaux publics

2 noun

(a) Industry (factory) usine f;

∎ a printing works une imprimerie;

∎ a gas works une usine à gaz;

∎ price ex works prix m sortie usine

(b) familiar (everything)

∎ the (whole) works tout le bataclan ou le tralala;

∎ they had eggs, bacon, toast, the works ils mangeaient des œufs, du bacon, du pain grillé, tout, quoi!;

∎ American to shoot the works jouer le grand jeu;

∎ American we shot the works on the project nous avons mis le paquet sur le projet;

∎ to give sb the works (special treatment) dérouler le tapis rouge pour qn; (beating) passer qn à tabac

5 at work

1 adjective

(a) (person)

∎ to be at work on sth/(on) doing sth travailler (à) qch/à faire qch;

∎ he's at work on a new book il travaille à un nouveau livre;

∎ they're hard at work painting the house ils sont en plein travail, ils repeignent la maison

(b) (having an effect)

∎ there are several factors at work here il y a plusieurs facteurs qui entrent en jeu ou qui jouent ici;

∎ there are evil forces at work des forces mauvaises sont en action

2 adverb

(at place of work)

∎ she's at work (gen) elle est au travail; (office) elle est au bureau; (factory) elle est à l'usine;

∎ I'll phone you at work je t'appellerai au travail;

∎ we met at work on s'est connus au travail

►► work area (in school, home) coin m de travail; Computing zone f de travail;

works band fanfare m (d'une entreprise);

work camp (prison) camp m de travail; (voluntary) chantier m de travail;

American work coat blouse f;

works committee, works council comité m d'entreprise;

work ethic = exaltation des valeurs liées au travail;

work experience stage m (en entreprise);

∎ the course includes two months' work experience le programme comprend un stage en entreprise de deux mois;

American work farm = camp de travail forcé où les détenus travaillent la terre;

Computing work file fichier m de travail;

work flow déroulement m des opérations;

work group groupe m de travail;

works manager directeur(trice) m,f d'usine;

work party (of soldiers) escouade f; (of prisoners) groupe m de travail;

work permit permis m de travail;

Computing work sheet feuille f de travail;

work space (at home) coin-travail m; (in office) & Computing espace m de travail;

∎ I need more work space j'ai besoin de plus d'espace pour travailler;

work surface surface f de travail;

American work week semaine f de travail

➲ work away intransitive verb

travailler;

∎ while he worked away at fixing the furnace tandis qu'il travaillait à réparer la chaudière;

∎ we worked away all evening nous avons passé la soirée à travailler

➲ work down intransitive verb

glisser;

∎ her socks had worked down around her ankles ses chaussettes étaient tombées sur ses chevilles

➲ work in separable transitive verb

(a) (incorporate) incorporer;

∎ work the ointment in thoroughly faites bien pénétrer la pommade;

∎ Cookery work the butter into the flour incorporez le beurre à la farine

(b) (insert) faire entrer ou introduire petit à petit;

∎ he worked in a few sly remarks about the boss il a réussi à glisser quelques réflexions sournoises sur le patron;

∎ I'll try and work the translation in some time this week (into schedule) j'essayerai de (trouver le temps de) faire la traduction dans le courant de la semaine

➲ work off separable transitive verb

(a) (dispose of → fat, weight) se débarrasser de, éliminer; (→ anxiety, frustration) passer, assouvir;

∎ I worked off my excess energy chopping wood j'ai dépensé mon trop-plein d'énergie en cassant du bois;

∎ he worked off his tensions by running il s'est défoulé en faisant du jogging;

∎ to work off one's anger on sb passer sa colère sur qn

(b) (debt, obligation)

∎ it took him three months to work off his debt il a dû travailler trois mois pour rembourser son emprunt

➲ work on

1 inseparable transitive verb

(a) (person) essayer de convaincre;

∎ we've been working on him but he still won't go nous avons essayé de le persuader mais il ne veut toujours pas y aller;

∎ I'll work on her je vais m'occuper d'elle

(b) (task, problem)

∎ the police are working on who stole the jewels la police s'efforce de retrouver celui qui a volé les bijoux;

∎ he's been working on his breaststroke/emotional problems il a travaillé sa brasse/essayé de résoudre ses problèmes sentimentaux;

∎ have you got any ideas? - I'm working on it as-tu des idées? - je cherche

(c) (use as basis)

∎ have you any data to work on? avez-vous des données sur lesquelles vous fonder?

2 intransitive verb

(continue to work) continuer à travailler

➲ work out

1 separable transitive verb

(a) (discharge fully) acquitter en travaillant;

∎ to work out one's notice faire son préavis

(b) (calculate → cost, distance, sum) calculer; (→ answer, total) trouver;

∎ I work it out at £22 d'après mes calculs, ça fait 22 livres

(c) (solve → calculation, problem) résoudre; (→ puzzle) faire, résoudre; (→ code) déchiffrer;

∎ have they worked out their differences? est-ce qu'ils ont réglé ou résolu leurs différends?;

∎ I'm sure we can work this thing out (your problem) je suis sûr que nous pouvons arranger ça; (our argument) je suis sûr que nous finirons par nous mettre d'accord;

∎ things will work themselves out les choses s'arrangeront toutes seules ou d'elles-mêmes

(d) (formulate → idea, plan) élaborer, combiner; (→ agreement, details) mettre au point;

∎ to work out a solution trouver une solution;

∎ have you worked out yet when it's due to start? est-ce que tu sais quand ça doit commencer?;

∎ she had it all worked out elle avait tout planifié;

∎ we worked out an easier route nous avons trouvé un itinéraire plus facile

(e) (figure out) arriver à comprendre;

∎ I finally worked out why he was acting so strangely j'ai enfin découvert ou compris pourquoi il se comportait si bizarrement;

∎ the dog had worked out how to open the door le chien avait compris comment ouvrir la porte;

∎ I can't work her out je n'arrive pas à la comprendre;

∎ I can't work their relationship out leurs rapports me dépassent

(f) (mine, well) épuiser

2 intransitive verb

(a) (happen) se passer;

∎ it depends on how things work out ça dépend de la façon dont les choses se passent;

∎ the trip worked out as planned le voyage s'est déroulé comme prévu;

∎ I wonder how it will all work out je me demande comment tout cela va s'arranger;

∎ it all worked out for the best tout a fini par s'arranger pour le mieux;

∎ but it didn't work out that way mais il en a été tout autrement;

∎ it worked out badly for them les choses ont mal tourné pour eux

(b) (have a good result → job, plan) réussir; (→ problem, puzzle) se résoudre;

∎ she worked out fine as personnel director elle s'est bien débrouillée comme directeur du personnel;

∎ are things working out for you OK? est-ce que ça se passe bien pour toi?;

∎ did the new job work out? ça a marché pour le nouveau boulot?;

∎ it didn't work out between them les choses ont plutôt mal tourné entre eux;

∎ their project didn't work out leur projet est tombé à l'eau

(c) (amount to)

∎ how much does it all work out at? ça fait combien en tout?;

∎ the average price for an apartment works out to or at $5,000 per square metre le prix moyen d'un appartement s'élève ou revient à 5000 dollars le mètre carré;

∎ that works out at three hours a week ça fait trois heures par semaine;

∎ electric heating works out expensive le chauffage électrique revient cher

(d) (exercise) faire de l'exercice; (professional athlete) s'entraîner

➲ work over separable transitive verb

(a) American (revise) revoir, réviser

(b) familiar (beat up) tabasser, passer à tabac

➲ work round

1 intransitive verb

(a) (turn) tourner;

∎ the wind worked round to the north le vent a tourné au nord petit à petit

(b) figurative (in conversation)

∎ he finally worked round to the subject of housing il a fini par aborder le sujet du logement;

∎ what's she working round to? où veut-elle en venir?

2 separable transitive verb

∎ (bring round) I worked the conversation round to my salary j'ai amené la conversation sur la question de mon salaire

➲ work through

1 separable transitive verb

(a) (insert) faire passer à travers

(b) (progress through)

∎ we worked our way through the crowd nous nous sommes frayé un chemin à travers la foule;

∎ he worked his way through the book il a lu le livre du début à la fin;

∎ figurative I worked the problem through j'ai étudié le problème sous tous ses aspects

2 inseparable transitive verb

(a) (continue to work)

∎ she worked through lunch elle a travaillé pendant l'heure du déjeuner

(b) (resolve)

∎ he worked through his emotional problems il a réussi à assumer ses problèmes affectifs

➲ work up

1 separable transitive verb

(a) (stir up, rouse) exciter, provoquer;

∎ he worked up the crowd il a excité la foule;

∎ he worked the crowd up into a frenzy il a rendu la foule frénétique;

∎ he works himself up or he gets himself worked up over nothing il s'énerve pour rien;

∎ she had worked herself up into a dreadful rage elle s'était mise dans une rage terrible

(b) (develop) développer;

∎ I want to work these ideas up into an article je veux développer ces idées pour en faire un article;

∎ to work up an appetite se mettre en appétit;

∎ we worked up a sweat/a thirst playing tennis jouer au tennis nous a donné chaud/soif;

∎ I can't work up any enthusiasm for this work je n'arrive pas à avoir le moindre enthousiasme pour ce travail;

∎ he tried to work up an interest in the cause il a essayé de s'intéresser à la cause

(c) (idiom)

∎ to work one's way up faire son chemin;

∎ she worked her way up from secretary to managing director elle a commencé comme secrétaire et elle a fait son chemin jusqu'au poste de P-DG;

∎ I worked my way up from nothing je suis parti de rien

2 intransitive verb

(a) (clothing) remonter

(b) (build up)

∎ the film was working up to a climax le film approchait de son point culminant;

∎ things were working up to a crisis une crise se préparait, on était au bord d'une crise;

∎ she's working up to what she wanted to ask elle en vient à ce qu'elle voulait demander;

∎ what are you working up to? où veux-tu en venir?

Un panorama unique de l'anglais et du français > work
16 Future perfect

Будущее совершенное время

↑ Future time

1) Образование форм Future perfect

а) Утвердительные формы:

Утвердительные формы образуются путем сложения вспомогательного глагола will, вспомогательного глагола have и причастия прошедшего времени смыслового глагола (Main verbs).

В первом лице вместо вспомогательного глагола will иногда используется вспомогательный глагол shall. Об особенностях его употребления см. shall 1. Оба вспомогательных глагола will и shall могут стягиваться до формы 'll.

I will have worked/I shall have worked.

He' ll have worked.

You' ll have worked.

б) Общий вопрос ( Yes-No question):

При построении общего вопроса первый вспомогательный глагол (will, shall) ставится перед подлежащим (Subject) предложения.

Will you have worked?

Will he have worked?

в) Отрицательные формы:

Отрицательные предложения образуются с помощью отрицательной частицы not/ n't, которая ставится после первого вспомогательного глагола (will, shall). Формы will not, shall not могут стягиваться до форм won't, shan't.

I will not have worked/I shall not have worked.

We won't have worked/We shan't have worked.

He won't have worked.

2) Употребление Future perfect:

Future perfect используется при описании действия, которое будет завершено к некоторому моменту времени в будущем.

I' ll have finished the work before you come back — Я закончу работу до того, как ты вернешься.

Many natural resources will have disappeared by the end of the century — Многие природные ресурсы исчезнут к концу этого века.

Towards the end of the month (I can't be particular to a day) a year will have elapsed from the time when we believe the jewel to have been pledged — К концу месяца (не могу назвать точную дату) пройдет год с того времени, когда, как мы думаем, драгоценный камень был отдан в залог.

English-Russian grammar dictionary > Future perfect
17 work

[wɜ:k, Am wɜ:rk] n

1) no pl ( useful activity) Arbeit f;

good \work! gute Arbeit!;

there's a lot of \work to be done yet es gibt noch viel zu tun;

the garden still needs a lot of \work im Garten muss noch [so] einiges gemacht werden;

forces of destruction are at \work here ( fig) hier sind zerstörerische Kräfte am Werk;

various factors are at \work in this situation in dieser Situation spielen verschiedene Faktoren eine Rolle;

\work on the tunnel has been suspended die Arbeiten am Tunnel wurden vorübergehend eingestellt;

to be a [real] piece of \work ganz schön nervig sein;

to be hard \work [doing sth] ( strenuous) anstrengend sein[, etw zu tun];

( difficult) schwierig sein[, etw zu tun];

to be at \work doing sth [gerade] damit beschäftigt sein, etw zu tun;

to get [or go] [or set] to \work sich akk an die Arbeit machen;

to get [or go] [or set] to \work on sth sich akk an etw akk machen;

to get [or go] [or set] to \work on sb ( fam) jdn in die Mache nehmen ( fam) ( strongly influence) jdn bearbeiten ( fam)

to make \work for sb jdm Arbeit machen;

to make \work for oneself sich dat unnötige Arbeit machen;

to put [or set] sb to \work doing sth jdn losschicken, etw zu tun

2) no pl ( employment) Arbeit f;

\work in the laboratory was interesting die Arbeit im Labor war interessant;

what sort of \work do you have experience in? welche Berufserfahrungen haben Sie?;

to be in \work eine Stelle [o Arbeit] haben;

to be out of \work arbeitslos sein;

to get \work as a translator eine Stelle als Übersetzer/Übersetzerin finden;

to look for \work auf Arbeitssuche sein;

to be looking for \work as a system analyst eine Stelle als Systemanalytiker/-analytikerin suchen

3) no pl ( place of employment) Arbeit f, Arbeitsplatz m;

he rang me from \work er rief mich von der Arbeit [aus] an;

to get to \work on the train mit dem Zug zur Arbeit fahren;

to be injured at \work einen Arbeitsunfall haben;

to be late for \work zu spät zur Arbeit kommen;

to have to stay late at \work lange arbeiten müssen;

to be at \work bei der Arbeit sein;

I'll be at \work until late this evening ich werde heute bis spät abends arbeiten;

to be off \work frei haben;

( without permission) fehlen;

to be off \work sick sich akk krankgemeldet haben;

to commute to \work pendeln;

to go/travel to \work zur Arbeit gehen/fahren

4) no pl ( sth produced by sb) Werk f;

this is the \work of professional thieves dies ist das Werk professioneller Diebe

5) art, lit, mus Werk nt;

“The Complete W\works of William Shakespeare” „Shakespeares gesammelte Werke“;

\works of art Kunstwerke ntpl;

\work in bronze Bronzearbeiten fpl;

\work in leather aus Leder gefertigte Arbeiten;

sb's early/later \work jds Früh-/Spätwerk nt;

to show one's \work in a gallery seine Arbeiten in einer Galerie ausstellen

6) ( factory)

\works + sing/ pl vb Betrieb m, Fabrik f;

steel \works Stahlwerk nt

7) ( working parts)

\works pl of a clock Uhrwerk nt; of a machine Getriebe nt

8) (fam: everything)

the \works pl das ganze Drum und Dran ( fam)

( esp Am) food

two large pizzas with the \works, please! zwei große Pizzen mit allem bitte!

9) no pl phys Arbeit f

PHRASES:

to have one's \work cut out sich akk mächtig reinknien müssen ( fam), jede Menge zu tun haben;

to give sb the \works (dated) (sl) jdn [ordentlich] in die Mangel nehmen ( fam) vi

1) ( do job) arbeiten;

where do you \work? wo arbeiten Sie?;

to \work as sth als etw arbeiten;

to \work for sb für jdn arbeiten;

to \work with sb ( work together) mit jdm zusammenarbeiten;

( do work helping sb) mit jdm arbeiten;

to \work from home [von] zu Hause arbeiten;

to \work at the hospital/ abroad im Krankenhaus/im Ausland arbeiten;

to \work to rule Dienst nach Vorschrift tun;

to \work like a slave [or (Am, Aus) dog] schuften wie ein Tier ( fam)

to \work hard hart arbeiten;

to \work together zusammenarbeiten

2) ( be busy) arbeiten, beschäftigt sein;

we're \working on it wir arbeiten daran;

we're \working to prevent it happening again wir bemühen uns, so etwas in Zukunft zu verhindern;

to \work [hard] at doing sth [hart] daran arbeiten, etw zu tun;

to \work on the assumption that... von der Annahme ausgehen, dass...;

to \work towards a degree in sth univ einen Hochschulabschluss in etw dat anstreben;

to \work at a problem an einem Problem arbeiten

3) ( function) funktionieren;

the boiler seems to be \working OK der Boiler scheint in Ordnung zu sein;

I can't get this washing machine to \work ich kriege die Waschmaschine irgendwie nicht an;

listen, the generator's \working hör mal, der Generator läuft;

to \work off batteries batteriebetrieben sein;

to \work off the mains ( Brit) mit Netzstrom arbeiten;

to \work off wind power mit Windenergie arbeiten

4) ( be successful) funktionieren, klappen ( fam) plan, tactics aufgehen;

to \work in practice [auch] in der Praxis funktionieren

5) med medicine, pill wirken

6) ( have an effect)

to \work against sb/ sth sich akk als negativ für jdn/etw herausstellen;

to \work for sb [or in sb's favour] sich akk zugunsten einer Person gen auswirken;

to \work for sth auf etw akk hinwirken;

to \work on sb jdn bearbeiten (a. hum) ( fam)

to \work both ways sich akk sowohl positiv als auch negativ auswirken

7) ( move)

to \work through/ under/ up etc sth;

the water damage slowly \worked up through the walls der Wasserschaden breitete sich langsam über die Wände nach oben aus

8) + adj ( become)

to \work free/ loose sich akk lösen/lockern

9) (liter: change expression) sb's face arbeiten;

( contort) sich akk verzerren

PHRASES:

to \work like a charm [or like magic] Wunder bewirken;

to \work like a Trojan ( Brit) wie ein Pferd arbeiten ( fam)

to \work till you drop bis zum Umfallen arbeiten;

to \work round to sth ( Brit) sich akk [bis] zu etw dat vorarbeiten;

to \work round to doing sth ( Brit) sich akk aufraffen, etw zu tun vt

1) ( make sb work)

to \work oneself to death sich akk zu Tode schinden;

to \work a twelve-hour day/ a forty-hour week zwölf Stunden am Tag/vierzig Stunden in der Woche arbeiten;

to \work sb/ oneself hard jdm/sich selbst viel abverlangen

2) mech ( operate)

to \work sth machine etw bedienen;

\worked by electricity elektrisch betrieben;

\worked by steam dampfgetrieben;

\worked by wind power durch Windenergie angetrieben

3) ( move back and forward)

to \work sth out of sth etw aus etw dat herausbekommen;

sth \works itself out of sth etw löst sich akk aus etw dat;

to \work one's way around/through... sth sich dat seinen Weg um etw akk /durch etw akk... bahnen;

to \work one's way up through a firm sich akk in einer Firma hocharbeiten;

I have \worked my way through quite a few books ich habe jede Menge Bücher durchgearbeitet;

to \work one's way down a list eine Liste durchgehen;

to \work sth [backwards and forwards] etw [hin- und her]bewegen;

to \work sth free/ loose etw losbekommen/lockern;

sth \works itself free/ loose etw löst/lockert sich akk

4) ( bring about)

to \work sth etw bewirken;

I don't know how she \worked it, but in the end she got £1000 off him ich weiß nicht, wie sie es geschafft hat, aber am Ende luchste sie ihm 1000 Pfund ab;

to \work a cure eine Heilung herbeiführen;

to \work oneself into a more positive frame of mind sich dat eine positivere Lebenseinstellung erarbeiten;

to \work oneself [up] into a frenzy sich akk in eine Raserei hineinsteigern;

to \work sb [up] into a frenzy/ rage jdn zur Raserei/in Rage bringen ( fam)

to \work a miracle ein Wunder vollbringen ( geh)

to \work miracles [or wonders] [wahre] Wunder vollbringen ( geh)

to \work oneself into a state sich akk aufregen;

to \work sb into a state of jealousy jdn eifersüchtig machen

5) ( shape)

to \work bronze/ iron Bronze/Eisen bearbeiten;

to \work clay Ton formen

6) ( mix)

to \work sth into sth etw in etw akk einarbeiten;

( incorporate) etw in etw akk einbauen [o einfügen];

\work the butter into the flour fügen Sie die Butter hinzu und vermengen Sie sie mit dem Mehl;

to \work sth into one's skin ( rub in) die Haut mit etw dat einreiben;

( massage) etw in die Haut einmassieren

7) fashion

to \work sth [on sth] etw [auf etw akk] sticken, etw [mit etw dat be]sticken

8) ( exploit)

to \work sth sich dat etw vornehmen;

to \work the land agr das Land bewirtschaften;

to \work a mine/ quarry min eine Mine/einen Steinbruch ausbeuten

9) ( pay for by working)

to \work one's passage sich dat seine Überfahrt durch Arbeit auf dem Schiff verdienen;

to \work one's way through university sich dat sein Studium finanzieren

PHRASES:

to \work one's fingers to the bone [for sb] sich dat [für jdn] den Rücken krumm arbeiten ( fam)

to \work a treat ( Brit) ( fam) prima funktionieren

English-German students dictionary > work
18 free

fri:
1. adjective
1) (allowed to move where one wants; not shut in, tied, fastened etc: The prison door opened, and he was a free man.) libre

2) (not forced or persuaded to act, think, speak etc in a particular way: free speech; You are free to think what you like.) libre

3) ((with with) generous: He is always free with his money/advice.) generoso

4) (frank, open and ready to speak: a free manner.) abierto

5) (costing nothing: a free gift.) gratuito, gratis

6) (not working or having another appointment; not busy: I shall be free at five o'clock.) libre

7) (not occupied, not in use: Is this table free?) libre

8) ((with of or from) without or no longer having (especially something or someone unpleasant etc): She is free from pain now; free of charge.) libre de; librado de

2. verb
1) (to make or set (someone) free: He freed all the prisoners.) liberar, poner en libertad

2) ((with from or of) to rid or relieve (someone) of something: She was able to free herself from her debts by working at an additional job.) deshacerse de, librarse de

•

- freedom
- freely
- free-for-all
- freehand
- freehold
- freelance
3. verb
(to work in this way: He is freelancing now.) trabajar por cuenta propia

- Freepost
- free skating
- free speech
- free trade
- freeway
- freewheel
- free will
- a free hand
- set free

free¹ adj

1. libre

you are free to do what you want eres libre de hacer lo que quieras

are you free on Monday? ¿estás libre el lunes?

I have lots of free time tengo mucho tiempo libre

2. gratis / gratuito

they give you a free drink te dan una copa gratis

free of charge gratuito / gratuitamente

delivery is free of charge el reparto a domicilio es gratuito

to set someone free poner a alguien en libertad

free² vb soltar / poner en libertad / liberar

the hostages have been freed los rehenes han sido liberados

El gerundio de free se escribe freeing

free

tr[friː]

adjective

1 (gen) libre

■ it's a free country, isn't it? es un país libre, ¿verdad?

■ you're free to do what you like eres libre de hacer lo que quieras

2 (without cost) gratuito,-a, gratis; (exempt) libre ( from, de)

■ help yourself to tea and coffee - it's free sírvete té o café - es gratis

3 (not occupied) libre

■ is that seat free? ¿está libre esa silla?

■ do you know when the hall is free? ¿sabes cuando la sala está libre?

4 (not busy) libre

■ she'll be free after 4.00pm estará libre después de las 4.00

■ I don't have much free time no tengo mucho tiempo libre

■ are you free for dinner? ¿estás libre para comer?

5 (translations) libre

6 (in chemistry) libre

adverb

1 (gratis) gratis

■ children travel free los niños viajan gratis

2 (loose) suelto,-a

■ the screws have worked themselves free los tornillos se han aflojado

3 (in free manner) libremente, con toda libertad

■ animals in the wild can roam free los animales salvajes pueden vagar libremente

transitive verb

1 (liberate, release - person) poner en libertad, liberar; (- animal) soltar

■ the prisoner was freed el prisionero fue puesto en libertad

2 (rid) deshacerse (of/from, de), librarse (of/from, de)

3 (loosen, untie) soltar, desatar

4 (exempt) eximir ( from, de)

\

SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALL

feel free! ¡tú mismo,-a!

for free gratis

free and easy despreocupado,-a

free of charge gratuito,-a, gratis

free of tax libre de impuestos

free on board franco a bordo

to be free from / be free of estar libre de, quedar libre de

■ I was free from all my responsibilities quedé libre de todas mis responsabilidades

to be free with repartir generosamente, ser generoso,-a con

■ he's very free with his money es muy generoso con su dinero

to have a free hand in something tener carta blanca en algo

to run free andar suelto,-a

to set somebody free liberar a alguien, poner en libertad a alguien

free admission entrada libre

free agent persona libre de hacer lo que quiera

free enterprise libre empresa

free fall caída libre

free gift regalo

free house pub independiente que sirve varias marcas diferentes de cerveza

free kick saque nombre masculino de falta

free love amor nombre masculino libre

free market economy economía libre de mercado

free port puerto franco

free speech libertad nombre femenino de expresión

free ticket invitación nombre femenino

free trade libre cambio

free verse verso libre

free vote voto libre

free will libre albedrío

Free World Mundo Libre

free ['fri:] vt, freed ; freeing

1) liberate: libertar, liberar, poner en libertad

2) relieve, rid: librar, eximir

3) release, untie: desatar, soltar

4) unclog: desatascar, destapar

free adv

1) freely: libremente

2) gratis: gratuitamente, gratis

free adj, freer ; freest

1) : libre

free as a bird: libre como un pájaro

2) exempt: libre

tax-free: libre de impuestos

3) gratis: gratuito, gratis

4) voluntary: espontáneo, voluntario, libre

5) unoccupied: desocupado, libre

6) loose: suelto

free

adj.

• desahogado, -a adj.

• descampado, -a adj.

• desembarazado, -a adj.

• desenfadado, -a adj.

• exento, -a adj.

• franco, -a adj.

• gratis adj.

• gratuito, -a adj.

• holgado, -a adj.

• inmune adj.

• libre adj.

• suelto, -a adj.

adv.

• gratis adv.

• libremente adv.

v.

• desembarazar v.

• escapar v.

• eximir v.

• libertar v.

• librar v.

• soltar v.

• zafar v.

I friː
adjective freer 'friːər, 'friːə(r), freest 'friːəst, 'friːɪst

1)

a) ( at liberty) (usu pred) libre

to be free — ser* libre

to set somebody free — dejar or poner* a alguien en libertad, soltar* a alguien

free to + INF: you're free to do what you think best eres dueño or libre de hacer lo que te parezca; please feel free to help yourself — sírvete con confianza, sírvete nomás (AmL)

b) <country/people/press> libre

the right of free speech — la libertad f de expresión

c) ( loose) suelto

to come/work free — soltarse*

2) (pred)

a) (without, rid of)

free FROM o OF something — libre de algo

at last we're free of her — por fin nos hemos librado de ella

free of o from additives/preservatives — sin aditivos/conservantes

b) ( exempt)

free of tax — libre de impuestos

free of charge — gratis

3) ( costing nothing) <ticket/sample> gratis adj inv, gratuito; <schooling/health care> gratuito

you get a free gift with every purchase — te hacen un regalo con cada compra

admission free — entrada gratuita or libre

free on board — ( Busn) franco a bordo

4) ( not occupied) <table/chair> libre, desocupado; <time/hands> libre

is this table free? — ¿está libre esta mesa?

I have no free time at all — no tengo ni un momento libre, no tengo nada de tiempo libre

are you free tomorrow? — ¿estás libre mañana?, ¿tienes algún compromiso mañana?

5) ( lavish) generoso

to be free WITH something — ser* generoso con algo

she's too free with her advice — reparte consejos a diestra y siniestra or (Esp) a diestro y siniestro

II

adverb

a) ( without payment) gratuitamente, gratis

I got in for free — (colloq) entré gratis or sin pagar or de balde

b) ( without restriction) <roam/run> a su (or mi etc) antojo

III

transitive verb

1)

a) ( liberate) \<\<prisoner/hostage\>\> poner* or dejar en libertad, soltar*; \<\<animal\>\> soltar*; \<\<nation/people/slave\>\> liberar

to free somebody FROM something — liberar a alguien de algo

to free somebody to + INF — permitirle a alguien + inf

b) (relieve, rid)

to free something OF something: he promised to free the country of corruption — prometió acabar or terminar con la corrupción en el país

2)

a) (untie, release) \<\<bound person\>\> soltar*, dejar libre; \<\<trapped person\>\> rescatar

b) (loose, clear) \<\<something stuck or caught\>\> desenganchar, soltar*

•

Phrasal Verbs:

- free up

[friː]
1. ADJ
(compar freer) (superl freest)
1) (=at liberty) libre; (=untied) libre, desatado

• to break free — escaparse

• to get free — escaparse

• to let sb go free — dejar a algn en libertad

• to pull sth/sb free — (from wreckage) sacar algo/a algn; (from tangle) sacar or desenredar algo/a algn

• to set free — [+ prisoner] liberar; [+ slave] emancipar, liberar; [+ animal] soltar

• the screw had worked itself free — el tornillo se había aflojado

2) (=unrestricted) libre; [choice, translation] libre

the fishing is free — la pesca está autorizada

she opened the door with her free hand — abrió la puerta con la mano que tenía libre

to have one's hands free — (lit) tener las manos libres

• free and easy — (=carefree) desenfadado

• "can I borrow your pen?" - " feel free!" — -¿te puedo coger el bolígrafo? -¡por supuesto! or -¡claro que sí!

feel free to ask questions — haced las preguntas que queráis

feel free to help yourself — sírvete con toda libertad

• to be free to do sth — ser libre de hacer algo, tener libertad para hacer algo

he is not free to choose — no tiene libertad de elección

- give free rein to

- give sb a free hand

- have a free hand to do sth

- as free as a bird or the air

3) (=clear, devoid)

• free from or of sth, a world free of nuclear weapons — un mundo sin armas nucleares

the area is free of malaria — ya no hay paludismo en la región

to be free from pain — no sufrir or padecer dolor

we are free of him at last — por fin nos hemos librado de él

free of duty — libre de derechos de aduana

4) (Pol) (=autonomous, independent) [country, state] libre

free elections — elecciones fpl libres

the right of a free press — la libertad de prensa

it's a free country! * — ¡es una democracia!

5) (=costing nothing) [ticket, delivery] gratuito, gratis; [sample, offer, transport, health care] gratuito

catalogue free on request — solicite nuestro catálogo gratuito

• " admission free" — "entrada f libre"

• free on board — (Comm) franco a bordo

• free of charge — gratis, gratuito

• to get sth for free — obtener algo gratis

- there's no such thing as a free lunch

- get a free ride
tax-free
6) (=not occupied) [seat, room, person, moment] libre; [post] vacante; [premises] desocupado

is this seat free? — ¿está libre este asiento?, ¿está ocupado este asiento?

are you free tomorrow? — ¿estás libre mañana?

7) (=generous, open) generoso ( with con)

• to make free with sth — usar algo como si fuera cosa propia

• to be free with one's money — no reparar en gastos, ser manirroto *

he's too free with his remarks — tiene una lengua muy suelta

2. ADV

1) (=without charge)

I got in (for) free — entré gratis or sin pagar

they'll send it free on request — si lo solicita se lo mandarán gratis

2) (=without restraint)

• animals run free in the park — los animales campan a sus anchas por el parque

he allowed his imagination to run free — dio rienda suelta a su imaginación

3. VT

1) (=release) [+ prisoner, people] liberar, poner en libertad; (from wreckage etc) rescatar; (=untie) [+ person, animal] desatar, soltar

to free one's hand/arm — soltarse la mano/el brazo

she freed herself from his embrace — se desligó de sus brazos

2) (=make available) [+ funds, resources] hacer disponible, liberar

this will free him to pursue other projects — esto lo dejará libre para dedicarse a otros proyectos, esto le permitirá dedicarse a otros proyectos

3) (=rid, relieve)

to free sb from sth — liberar a algn de algo

to free sb from pain — quitar or aliviar a algn el dolor

their aim is to free the country of disease — se han propuesto acabar con la enfermedad en el país

to free o.s. from or of sth — librarse de algo

4.

N

• the land of the free — el país de la libertad (Estados Unidos)

5.

CPD

free agent N — persona f independiente

he's a free agent — tiene libertad de acción, es libre de hacer lo que quiere

free association N — (Psych) asociación f libre or de ideas

Free Church N — (Brit) Iglesia f no conformista

free clinic N — (US) (Med) dispensario m

free collective bargaining N — ≈ negociación f colectiva

free enterprise N — libre empresa f; see free-enterprise

free fall N — caída f libre

to be in free fall — [currency, share prices] caer en picado or (LAm) picada

to go into free fall — empezar a caer en picado or (LAm) picada; see freefall

free flight N — vuelo m sin motor

free gift N — obsequio m, regalo m

free house N — (Brit) pub que es libre de vender cualquier marca de cerveza por no estar vinculado a ninguna cervecería en particular

free kick N — (Ftbl) tiro m libre

free labour N — trabajadores mpl no sindicados

free love N — amor m libre

free market N — (Econ) mercado m libre (in de)
see free-market
free marketeer N — partidario(-a) m / f del libre mercado

free pass N — pase m gratuito

free period N — (Scol) hora f libre

free port N — puerto m franco

free radical N — (Chem) radical m libre

free running N — parkour m

free school N — escuela f especial libre

free speech N — libertad f de expresión

free spirit N — persona f libre de convencionalismos

free trade N — libre cambio m; see free-trade

free trader N — librecambista mf

free verse N — verso m libre

free vote N — (Brit) (Parl) voto m de confianza (independiente de la línea del partido)

free will N — libre albedrío m

he did it of his own free will — lo hizo por voluntad propia

the free world N — el mundo libre, los países libres

- free up

* * *

I [friː]
adjective freer ['friːər, 'friːə(r)], freest ['friːəst, 'friːɪst]

1)

a) ( at liberty) (usu pred) libre

to be free — ser* libre

to set somebody free — dejar or poner* a alguien en libertad, soltar* a alguien

free to + INF: you're free to do what you think best eres dueño or libre de hacer lo que te parezca; please feel free to help yourself — sírvete con confianza, sírvete nomás (AmL)

b) <country/people/press> libre

the right of free speech — la libertad f de expresión

c) ( loose) suelto

to come/work free — soltarse*

2) (pred)

a) (without, rid of)

free FROM o OF something — libre de algo

at last we're free of her — por fin nos hemos librado de ella

free of o from additives/preservatives — sin aditivos/conservantes

b) ( exempt)

free of tax — libre de impuestos

free of charge — gratis

3) ( costing nothing) <ticket/sample> gratis adj inv, gratuito; <schooling/health care> gratuito

you get a free gift with every purchase — te hacen un regalo con cada compra

admission free — entrada gratuita or libre

free on board — ( Busn) franco a bordo

4) ( not occupied) <table/chair> libre, desocupado; <time/hands> libre

is this table free? — ¿está libre esta mesa?

I have no free time at all — no tengo ni un momento libre, no tengo nada de tiempo libre

are you free tomorrow? — ¿estás libre mañana?, ¿tienes algún compromiso mañana?

5) ( lavish) generoso

to be free WITH something — ser* generoso con algo

she's too free with her advice — reparte consejos a diestra y siniestra or (Esp) a diestro y siniestro

II

adverb

a) ( without payment) gratuitamente, gratis

I got in for free — (colloq) entré gratis or sin pagar or de balde

b) ( without restriction) <roam/run> a su (or mi etc) antojo

III

transitive verb

1)

a) ( liberate) \<\<prisoner/hostage\>\> poner* or dejar en libertad, soltar*; \<\<animal\>\> soltar*; \<\<nation/people/slave\>\> liberar

to free somebody FROM something — liberar a alguien de algo

to free somebody to + INF — permitirle a alguien + inf

b) (relieve, rid)

to free something OF something: he promised to free the country of corruption — prometió acabar or terminar con la corrupción en el país

2)

a) (untie, release) \<\<bound person\>\> soltar*, dejar libre; \<\<trapped person\>\> rescatar

b) (loose, clear) \<\<something stuck or caught\>\> desenganchar, soltar*

•

Phrasal Verbs:

- free up

English-spanish dictionary > free
19 work one's way

1) пробиваться, проталкиваться, протискиваться; см. тж. find one's way 2) и find one's way

He worked his way cautiously down the cliff. (WD) — Он медленно и осторожно спускался с отвесной скалы.

He worked his way through the crowd. — Он протиснулся сквозь толпу.

2) (up) проложить себе дорогу в жизни; подняться по служебной лестнице; сделать карьеру

I said to myself that my hero should work his way through life as I had seen real living men work theirs... (Ch. Brontë, ‘The Professor’, ‘Preface’) — Я сказала себе, что мой герой будет сам прокладывать себе дорогу в жизни. Я встречала таких людей.

The principal claims to have worked his way up from boy clerk. — Ректор сказал, что он начал свою карьеру, служа клерком.

3) ( through) работать и учиться

‘Other men have worked their way through the university,’ he said. ‘So, I can.’ (K. S. Prichard, ‘Child of the Hurricane’, ch. XVI) — - Другие сумели учиться в университете и работать. Сумею и я, - сказал Найджел.

Large English-Russian phrasebook > work one's way
20 plan

1. noun
1) (an idea of how to do something; a method of doing something: If everyone follows this plan, we will succeed; I have worked out a plan for making a lot of money.) plan

2) (an intention or arrangement: My plan is to rob a bank and leave the country quickly; What are your plans for tomorrow?) plan

3) (a drawing, diagram etc showing a building, town etc as if seen from above: These are the plans of/for our new house; a street-plan.) tegning; -tegning
2. verb
1) ((sometimes with on) to intend (to do something): We are planning on going to Italy this year; We were planning to go last year but we hadn't enough money; They are planning a trip to Italy.) planlægge

2) (to decide how something is to be done; to arrange (something): We are planning a party; We'll have to plan very carefully if we are to succeed.) arrangere; planlægge

3) (to design (a building, town etc): This is the architect who planned the building.) designe; tegne

•

- planner
- planning
- go according to plan
- plan ahead
* * *
1. noun
1) (an idea of how to do something; a method of doing something: If everyone follows this plan, we will succeed; I have worked out a plan for making a lot of money.) plan

2) (an intention or arrangement: My plan is to rob a bank and leave the country quickly; What are your plans for tomorrow?) plan

3) (a drawing, diagram etc showing a building, town etc as if seen from above: These are the plans of/for our new house; a street-plan.) tegning; -tegning
2. verb
1) ((sometimes with on) to intend (to do something): We are planning on going to Italy this year; We were planning to go last year but we hadn't enough money; They are planning a trip to Italy.) planlægge

2) (to decide how something is to be done; to arrange (something): We are planning a party; We'll have to plan very carefully if we are to succeed.) arrangere; planlægge

3) (to design (a building, town etc): This is the architect who planned the building.) designe; tegne

•

- planner
- planning
- go according to plan
- plan ahead

English-Danish dictionary > plan

Страницы

См. также в других словарях:

have a part in something — have/play/a part (in something) phrase to be involved in a particular situation or activity and influence its development They have worked very hard, but luck has played a part too. The media, as always, played an important part in the election… … Useful english dictionary
have a part — have/play/a part (in something) phrase to be involved in a particular situation or activity and influence its development They have worked very hard, but luck has played a part too. The media, as always, played an important part in the election… … Useful english dictionary
List of artists who have worked with Sub Pop — The following artists have either been signed to the Sub Pop record label or had material released through them: * 5ive Style * A Frames * Afghan Whigs * All night radio * Arlo * Babes in Toyland * Band of Horses * Baptist Generals * Bareminimum… … Wikipedia
have — v. & n. v. (3rd sing. present has; past and past part. had) v.tr. 1 hold in possession as one s property or at one s disposal; be provided with (has a car; had no time to read; has nothing to wear). 2 hold in a certain relationship (has a sister; … Useful english dictionary
Worked All States — Worked All States, or WAS, is an amateur radio operating award given to those amateur radio operators who successfully complete two way amateur radio communications with other amateur radio stations located in each of the 50 United States of… … Wikipedia
Have You Ever? — Brandy Veröffentlichung 1998 Länge 4:26 Genre(s) R B, Pop Autor(en) Diane Warren … Deutsch Wikipedia
have your cake and eat it too — have (your) cake and eat it too to do or get two good things at the same time. I worked at home so I could raise my family and still earn money. It let me have my cake and eat it too … New idioms dictionary
have cake and eat it too — have (your) cake and eat it too to do or get two good things at the same time. I worked at home so I could raise my family and still earn money. It let me have my cake and eat it too … New idioms dictionary
Have Gun – Will Travel — Infobox Television show name = Have Gun mdash; Will Travel caption = Richard Boone as Paladin show name 2 = genre = Western creator = Sam Rolfe Herb Meadow director = creative director = developer = presenter = starring = Richard Boone voices =… … Wikipedia
Worked-example effect — The worked example effect is a learning effect predicted by cognitive load theory (Sweller, 1988). According to Sweller: The worked example effect is the best known and most widely studied of the cognitive load effects (Sweller, 2006, p.165).What … Wikipedia
Have a Little Faith (Mitch Albom book) — Book design based on Lewis s old and worn prayerbook, held together by rubber bands. Have a Little Faith is a 2009 non fiction book by Mitch Albom, author of previous works that include Tuesdays with Morrie and The Five People You Meet in Heaven … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

have worked

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

have worked

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: